Verafgelegen regio’s of gebieden die kampen met een sterke bevolkingskrimp kunnen steun verwachten uit Europese hoek. Dit voorjaar heeft de Europese Commissie de richtlijnen voor regionale steunmaatregelen namelijk herzien. De Minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens maakt de balans op voor Nederland: welke gebieden komen op de regionale steunkaart?
Zodra lokale overheden op deze kaart komen, kunnen ze bijstand ontvangen om hun achterstandsregio’s een duwtje in de rug te geven. Dit kan bijvoorbeeld gaan om investeringssteun aan lokale bedrijven. Zo wil de Europese Unie regionale ontwikkeling versterken.
1 op de 10
Waar op de vorige steunkaart delen van de Achterhoek en de provincies Groningen, Drenthe, Friesland en Flevoland waren opgenomen, wil Adriaansens de nieuwe kaart uitbreiden met gebieden in Zeeuws-Vlaanderen, het westen van Noord-Brabant en Zuid-Limburg.
De criteria voor het aanwijzen van steungebieden op de regionale steunkaart zijn veranderd. Verafgelegen gebieden, regio’s die lijden onder bevolkingskrimp of een BBP hebben dat lager ligt dan het EU-gemiddelde, komen in aanmerking. Zo mag maximaal 9% van het totaal aantal inwoners in Nederland steunmaatregelen verwachten.
De selectie
Met de aanpassing van de Commissie komt er meer budget vrij ter ondersteuning van plannen die in lijn liggen met de Europese Green Deal en de digitale strategie van de Europese Unie. Daarnaast mogen gebieden die sterk afhankelijk zijn van inkomsten en werkgelegenheid van fossiele brandstoffen op de steunkaart komen.
Het voorstel van minister Adriaansens, dat overigens nog moet worden goedgekeurd door de Europese Commissie, borduurt voort op een eerder akkoord van staatssecretaris Mona Keijzer. Daarbij heeft Adriaansens vooral oog gehad voor regio’s met een laag BBP.
