Een Nederlandse pantserhouwitser in actie in Uruzgan. Foto van ministerie van Defensie

Het kabinet zoekt naar een manier om het zwaarste geschut dat de Nederlandse Landmacht in huis heeft te leveren aan Oekraïne. Het gaat om 20 tot 30 pantserhouwitzers. Premier Mark Rutte noemt het voornemen een ‘escalatie’ in de militaire steun die Oekraïne van Nederland ontvangt.

“Dit is natuurlijk een forse stap. We kijken met Duitsland of we kunnen samenwerken. Het is een vrij stevig wapensysteem”, zegt Rutte die berichten in buitenlandse media bevestigt dat Nederland deze wapens aan Oekraïne wil leveren. 

‘Oekraïne heeft ze nodig’

“Dit is noodzakelijk. Oekraïne levert op dit moment een strijd op leven en dood. Het gaat over de toekomst van dit deel van de wereld en onze gezamenlijke veiligheid. Nederland heeft altijd gezegd: wij gaan niet zelf daar vechten. We gaan ook geen luchtsteun bieden. Want dat kan de NAVO in directe confrontatie brengen met Rusland. Maar wij zullen wel helpen met het leveren van militair materieel”, aldus Rutte.

Rutte en minister van Defensie Kajsa Ollongren hebben dinsdag 19 april met de Oekraïense president Volodymyr Zelensky over de nieuwe militaire steun gesproken. Daarin bleek volgens Rutte dat Oekraïne dit type wapen natuurlijk hard nodig heeft.

Nederland beschikt sinds 2006 over de pantserhouwitser 2000 en heeft in totaal 57 exemplaren, 26 daarvan staan in de opslag als reserve. Het is een gepantserd voertuig op rupsbanden met een enorme loop. Anders dan een tank schiet een houwitser granaten af in een krombaan. Het Nederlandse geschut is in staat doelen op 40 tot 50 kilometer afstand te raken en kan gebruik maken van door gps-gestuurde granaten.

Geen oplossing voorzien op de korte termijn

Het Oekraïense leger zal niet van vandaag op morgen kunnen profiteren van de Nederlandse superkanonnen. Militairen zullen eerst getraind moeten worden. Rutte noemt dat één van de logistieke vragen. “Dat kan je daar niet doen”, zegt Rutte. Ook de levering van de munitie is een ‘logistieke vraag’, zegt Rutte.

De plannen bevinden zich nog in een vroeg stadium. Het is nog niet helemaal besloten. Rutte benadrukt: “Het is nog niet helemaal zeker dat het kan. De vraag is ook: kan het met anderen. Als dat niet kan: kunnen wij het dan alleen?”