Nederland krijgt waarschijnlijk 1,3 miljard euro minder dan gedacht uit het Europese coronaherstelfonds. Het bedrag komt volgens de laatste berekeningen uit op 4,7 miljard euro. Dat komt omdat de Nederlandse economie minder hard is geraakt door de epidemie dan andere landen. Dat schrijft minister Kaag van Financiën aan de Tweede Kamer.
Minder krimp
Alle EU-landen krijgen geld uit de speciale pot volgens een bepaalde verdeelsleutel. Hoeveel geld een land krijgt, heeft te maken met de omvang van de bevolking; de welvaart en de werkloosheid. Verder wordt gekeken naar de omvang van de economie (het bbp) en of dat bbp tijdens de pandemie fors achteruit is gegaan.
Aangezien de Nederlandse economie in 2020 ‘slechts’ met 3,8 procent kromp -de verwachting was 5,3 – komt Nederland goed uit de crisis. Maar zoals wel vaker heeft elk voordeel een nadeel en dat is dus minder geld uit Brussel. Ook vorig jaar (2021) was de groei met vier procent hoger dan de raming van 2,2 procent.
Afslanken
Niet alleen voor Nederland veranderen de bedragen. Ook andere lanen waar de groei hoger is, krijgen minder geld. Daar staat tegenover dat landen waar de economische malaise harder heeft toegeslagen juist meer geld krijgen.
De cijfers zijn nog niet definitief. Op 30 juni maakt de Europese Commissie de definitieve balans op. Minister Kaag laat wel weten dat het niks te maken heeft met het feit dat Nederland als enige land nog geen plan in Brussel heeft ingediend. Wel zal de komende weken en maanden rekening worden gehouden met de kleinere hoeveelheid geld waar het kabinet een beroep op kan doen, door de plannen die er al zijn af te slanken.
