Het gaat mogelijk niet lukken om al volgend jaar de nieuwe Europese winstbelasting in te voeren. Een woordvoerder van het ministerie van Financiën zegt dat het kabinet er rekening mee houdt dat nu de Europese lidstaten het niet eens geworden zijn op dit onderwerp, het een jaar later wordt.

Als het tot uitstel komt, dan heeft dat financiële gevolgen voor de Nederlandse begroting. De verwachte inkomsten van de nieuwe Europese wet waren al meegenomen in de financiële onderbouwing van het coalitieakkoord. Het nieuwe kabinet rekende in eerste instantie op 800 miljoen euro extra inkomsten per jaar. Dat bedrag was al op basis van een betere raming bijgesteld naar 500 miljoen, maar dreigt in de begroting van 2023 dus uit te komen op 0.

Pools veto

De Europese ministers van Financiën konden het vorige week niet eens worden over de invoering van een Europees minimumtarief van 15%, omdat Polen een veto uitsprak. In de Brusselse wandelgangen gaat men ervan uit dat Polen met dat veto toezeggingen los probeert te krijgen over de betalingen uit het coronaherstelfonds. 

Of Polen dat geld krijgt, is onzeker. Er gaan in Brussel veel stemmen op om met een beroep op het ‘rechtsstaatmechanisme’ geen Europees geld naar Polen over te maken zolang de onafhankelijkheid van de Poolse rechtbanken niet is hersteld.

Gat van 500 miljoen euro

Als het in Europa niet lukt om op tijd een compromis te vinden, ontstaat er een tegenvaller van 500 miljoen voor de begroting van 2023. Het gat zal op een of andere manier gevuld moeten worden. De lijst met financiële tegenvallers is dit jaar sowieso al groot. 

Volgens berichten in de media zou het gaan om een bedrag van 10 tot 15 miljard euro dat minister Kaag te kort komt. De gaten zijn onder meer het gevolg van de oorlog in Oekraïne, de hoge energieprijzen en de hoge inflatie. De coalitie begint deze week de onderhandelen over hoe de financiële problemen opgelost moeten worden.

Wanneer de nieuwe Europese wetgeving wel door de Europese Raad komt, moet elke Europese lidstaat in de toekomst belasting heffen over geld dat naar belastingparadijzen stroomt. Die verplichting houdt een heffing tot 15% in over geld dat naar een land gaat waar de winstbelasting lager is dan 15%. De Europese Unie loopt wereldwijd voorop, wat betreft het omzetten in wetgeving van de nieuwe regels die zijn afgesproken binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).