Het kabinet gaat na meer dan tien jaar alsnog akkoord met een voorstel van de Europese Commissie om meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven te benoemen. De vorige kabinetten blokkeerden de plannen altijd, omdat ze vonden dat Europa daar niks over te zeggen had.
Het huidige kabinet staat er wel positief tegenover, omdat ze een actiever beleid wil voeren als het gaat om gendergelijkheid. De Europese richtlijn zegt dat bij beursgenoteerde ondernemingen ministens veertig procent in de Raad van Commissarissen vrouw moet zijn. Bij ondernemingen die dat niet redden moet in totaal (dus bij de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur) 33 procent vrouw zijn.
De afgelopen jaren is herhaaldelijk geprobeerd om de blokkade van Nederland op te heffen. Zo heeft Malta, dat in 2017 voorzitter van de EU was, geprobeerd om het voorstel te verzachten door te zeggen dat landen die zelf al wetgeving hebben zich niet aan de exacte tekst van de richtlijn hoefde te houden. Maar dat was destijds niet genoeg voor Nederland dat vrij principieel de richtlijn afwees.
Uitzondering
Door die uitzonderingsclausule hoeft Nederland waarschijnlijk de eigen wet niet aan te passen. Sinds begin dit jaar is namelijk de wet Topvrouwenquotum van kracht. In die Nederlandse wet staat dat beursgenoteerde ondernemingen Raden van Commissarissen moeten hebben die voor ministens 33 procent uit vrouwen bestaat. Elke benoeming voor een andere (lagere) verhouding zorgt is daardoor niet geldig.
Of de Europese richtlijn er door komt zal de komende tijd blijken, want nu moeten de andere lidstaten hun standpunt bepalen en ook het Europees Parlement moet er nog wat van vinden. Het wachten is nu eerst op het Franse voorzitterschap, want Frankrijk zal het eerste initiatief moeten nemen om het op de agenda van de ministers te plaatsen.