De lidstaten voelen weinig voor de Europese minimumloon plannen van het Europees Parlement geschreven en bedacht door Agnes Jongerius (PvdA). Het voorstel om het minimumloon in alle lidstaten te verhogen kan niet op genade van de lidstaten rekenen. De hoogte van het minimumloon moet ook in de toekomst door de lidstaten zelf worden bepaald, het blijft een nationale bevoegdheid.

Eind november werd nog in meerderheid voor het voorstel van Europees Parlementslid Agnes Jongerius (PvdA) voor een hoger Europees minimumloon gestemd in het Europees Parlement.

In Nederland ligt het minimumloon momenteel rond de tien euro per uur. De wens van Jongerius was om het minimumloon in heel Europa te verhogen naar: “Een loon waarmee je een fatsoenlijk boodschappenmandje moet kunnen vullen”, aldus Jongerius.

Lidstaten bepalen zelf

Maar het Nederlandse kabinet is daar niet tevreden mee. Het kabinet vindt dat de Europese Unie er niet over gaat. En dus zal ons land bij de gesprekken volgende week willen vaststellen dat het minimumloon een nationale bevoegdheid blijft. Europees beleid mag er wat het Nederlandse kabinet betreft niet aan bijdragen dat Europees wordt voorgeschreven hoe hoog het minimumloon moet zijn.

De lidstaten zijn wel voor beleid waarin wordt aangegeven hoe lidstaten een toereikend minimumloon kunnen vaststellen.

Nog niet het laatste woord

Na de bijeenkomst begint de finaleronde van besprekingen. Dan gaan de lidstaten onder leiding van voorzitter Slovenië onderhandelen (de triloog) met het Europees Parlement; waar ze Agnes Jongerius tegenover zich treffen. De verwachting is dat de gesprekken volgend voorjaar klaar zijn. De nieuwe voorzitter Frankrijk wil dat het resultaat voor de presidentsverkiezingen van april af is, zodat de huidige president Macron aan de kiezer een sociaal resultaat kan laten zien.