Medailleprognose Winterspelen: Nederland hoog, Europa fier aan kop

4 min. leestijd
Hockey player in action… Motion blur.

De Winterspelen in Beijing zijn begonnen, de Nederlandse medaillejacht kan beginnen. Hoeveel podiumplaatsen er uiteindelijk gaan komen is pas over ruim twee weken bekend, maar volgens een prognose van sportdatabureau Nielsen Gracenote haalt Nederland maar liefst 20 medailles. Allemaal op het Olympische ijs van de lange baan en de shorttrackbaan. Maar wie zijn de grootste concurrenten voor Nederlands succes, en hoe doen andere Europese landen het?

Bij de Spelen van 2018 in Pyeongchang haalde Nederland een recordaantal van 20 medailles: 8 gouden, 6 zilveren en 6 bronzen. Dat leverde destijds een vijfde plek op de medaillespiegel op. Dit jaar voorspelt Gracenote dus eenzelfde aantal medailles, zij het dat de verwachte verdeling iets anders ligt: 8 gouden, 10 zilveren en 2 bronzen (voorspelling van 2 februari 2022). Dat zorgt voor een vierde plek op de medaillespiegel, waar eerst naar het aantal gouden plakken wordt gekeken. Zo is de verwachting dat de Verenigde Staten, Canada en Zwitserland meer medailles halen dan Nederland, maar minder van het hoogste metaal.

Net als in Pyeongchang is de verwachting dat Noorwegen de meeste medailles in de wacht sleept: 44, waarvan 21 gouden. Duitsland zou op plek 2 eindigen met 11 gouden plakken, Rusland op 3 met 10. Europa is overigens de onbetwiste koploper in de medailleprognose: van de 327 te verdelen medailles gaan er – zo verwacht Gracenote – 237 naar Europa, 44 naar Noord-Amerika, 39 naar Azië (waarvan 13 naar gastland China) en 7 naar Oceanië. 

Volgens de prognose van Gracenote wint Nederland op de volgende onderdelen: Suzanne Schulting pakt goud op de 1000 en 1500 meter shorttrack. Ook de achtervolgingsploeg waar zijn onderdeel van uitmaakt komt op de hoogste trede van het erepodium terecht. In het langebaanschaatsen wint Thomas Krol op de 1000 en 1500 meter, Irene Schouten op de 3000 en 5000 meter en verovert de achtervolgingsploeg bij de mannen het goud.

Trendbreuk

Opvallend is dat de 5000 meter bij de mannen daar niet tussen staat. De laatste keer dat Nederland daar geen gouden medaille won, was toen Sven Kramer het in 2006 aflegde tegen de Amerikaan Chad Hedrick. Dit jaar is er een andere schaatser die de Nederlanders naar verwachting van het goud gaat afhouden: de Zweed Nils van der Poel. Van der Poel reed afgelopen december een wereldrecord op de 5000 meter en is op die afstand – net als op de 10.000 meter waar hij ook het wereldrecord in handen heeft – nagenoeg onverslaanbaar.

Een einde van een tijdperk, zou je het kunnen noemen. Tijdens de laatste zes Olympische Spelen won Nederland liefst 9 van de 12 mogelijke gouden medailles op de 5000 en 10.000 meter bij het mannenschaatsen. Daar lijkt dit jaar dus verandering in te gaan komen.

Ook de 1000 en 1500 meter schaatsen bij het vrouwen worden geen Nederlands succes verwacht Gracenote, wat ze in 2018 wel waren. Toen wonnen respectievelijk Jorien ter Mors en Ireen Wüst, nu moet Nederland het naar verwachting afleggen tegen Japanse en Amerikaanse schaatsers op die afstanden.

Succes

Het grote succes van Noorwegen, de verwachte nummer 1 in de medaillespiegel, komt hoofdzakelijk door het langlaufen en de biatlon. Gracenote voorspelt een recordaantal van 28 medailles in die twee sporten voor de Noren, 8 meer dan ze er ooit wonnen. De Duitsers moeten het traditioneel hebben van sporten als bobslee, rodelen en schansspringen en Gracenote dicht ze daar dit jaar ook weer goede kansen toe. De Russen – die vanwege dopingschandalen in het verleden onder de Olympische vlag meedoen – moeten het van het langlaufen en kunstrijden hebben. Daar halen ze naar verwachting bij beide onderdelen 7 medailles op.

Die verwachte vierde plek op de medaillespiegel staat overigens in de gevarenzone, want de Verenigde Staten, Canada, Zwitserland en Zweden liggen op de loer. Er hoeft maar iets mis te gaan en Nederland kan zo een paar plaatsen zakken. Stijgen kan ook, hoewel Rusland en Duitsland ver weg zijn. Een definitief antwoord volgt pas op zondag 20 februari, de laatste dag van de 24e Winterspelen. En laat er dan net bobsleeën en langlaufen op het programma staan, sporten waar de Duitsers en Russen in uitblinken.