Lodewijk Asscher: Opvang Oekraïense vluchtelingen is “succesverhaal”

EU-adviseur Lodewijk Asscher roept op tot meer langetermijnperspectief voor Oekraïense vluchtelingen en waarschuwt voor “solidariteitsvermoeidheid”.

3 min. leestijd
Lodewijk Asscher (Bron: EP Multimedia)

Je kent Lodewijk Asscher misschien nog wel uit de tijd dat hij minister was van Sociale Zaken. Vandaag spot je hem vooral in Brussel. Eurocommissaris voor Sociale Rechten Nicolas Schmit nam Asscher aan als speciaal adviseur, die zich moest verdiepen in de integratie van Oekraïense vluchtelingen. Na een tocht door verschillende lidstaten die aan de frontlinie liggen, publiceerde Asscher een rapport met zijn bevindingen.

Voor de ex-PvdA-baas zat er ook een persoonlijk kantje aan de één jaar durende opdracht. “Zelf zou ik hier niet staan als mijn vader als baby niet uit een concentratiekamp was gesmokkeld”, vertelt Asscher. “Ik ben grootgebracht met het idee dat je solidariteit nooit als vanzelfsprekend mag beschouwen.”

Wachtdilemma

Het rapport windt er geen doekjes om: vooral de Tijdelijke Opvangswet, een richtlijn waardoor Oekraïense vluchtelingen extra snel asiel konden aanvragen, was volgens hem een waar succesverhaal. Met name het feit dat zoveel Oekraïners hier werk hebben gevonden, onderstreept dat. Daarbij verwijst Asscher ook naar ngo Vluchtelingenwerk die met een speciaal opleidingstraject driehonderd Oekraïners aan het werk kreeg.

Wel maakt Asscher zich zorgen over het feit dat de richtlijn afloopt in 2025: “Voor het langetermijnperspectief moeten we nu nadenken over wat hierna komt.” Op dit moment zou integratie afgeremd worden door wat Asscher het “wachtdilemma” noemt. Vluchtelingen blijven naar hun thuisland kijken om zo snel mogelijk te kunnen terugkeren.

Hierdoor doen ze soms minder hun best om de nieuwe taal te leren of te investeren in hun nieuwe carrière. “We zien dat veel Oekraïense vluchtelingen aan het werk zijn, maar onder hun niveau werken”, vertelt Asscher. Duidelijkheid creëren over de Tijdelijke Opvangwet zou helpen tegen dit wachtdilemma omdat het vluchtelingen meer perspectief biedt.

Solidariteitsvermoeidheid

Verder constateert Asscher dat de gastvrijheid van veel lidstaten de verwachtingen ver overtroffen heeft: “Van de één op de andere dag bouwden lidstaten opvanginfrastructuur en gaven ze toegang tot hun sociale zekerheid”. Ook de Europese burgers verdienen daarbij een pluim: toen de opvangcentra overstroomden, stelden zij massaal hun huizen ter beschikking. De Nederlandse regering ontwikkelde daarvoor samen met verschillende ngo’s en gemeenten ook een speciale gids.

Wel ziet Asscher dat er door de koopkrachtcrisis, de woningcrisis en kinderopvangcrisis “solidariteitsvermoeidheid” begint te ontstaan. In sommige lidstaten vormt dat een gevaarlijke cocktail met Russische propaganda. Hij roept Brussel daarom op om duidelijk te gaan communiceren over de financiële steun die het biedt voor de opvang van vluchtelingen. Ook mag de Europese Commissie de eerder genoemde crisissen zeker niet uit het oog verliezen.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie