Brussel voelt de hete adem van de boeren. De Raad van Ministers heeft namens de lidstaten een akkoord bereikt: er komt een grote versoepeling van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid, dat de economische levensvatbaarheid van het platteland ondersteunt met financiering. Om aanspraak te kunnen maken op dit geld, moeten boeren aan heel wat voorwaarden voldoen.
Die voorwaarden gaan nu eenvoudiger en flexibeler worden. De administratieve druk moet omlaag. Ook kunnen lidstaten bijvoorbeeld vrijstellingen aanvragen als boeren bepaalde deadlines missen door slecht weer. Denk hierbij aan regels die voorschrijven wanneer boeren ten laatste bepaalde gewassen mogen zaaien.
Ook wordt de GLMC 8-regel geschrapt. Die regel stelde eerst dat boeren vier procent van hun terrein ongebruikt moesten laten. Daar konden dan bijvoorbeeld struiken groeien, wat goed is voor de biodiversiteit. Maar als boeren op vier procent van hun grond gewassen telen die stikstof opnemen (zoals erwten of linzen) of op vier procent van hun grond geen pesticiden gebruiken, hoeven ze hun terrein nu niet langer braak te laten liggen onder de nieuwe soepelere regels.
