Om onze CO2-uitstoot te verminderen, zet Europa fors in op de elektrische wagen. Zo verwacht het Europees Parlement dat er tegen 2030 minstens 30 miljoen uitstootvrije auto’s op de Europese wegen zullen rijden. Om al die wagens te laten rijden, heeft de EU een hoop meer batterijen nodig. Ook omdat landen fors investeren in hernieuwbare energie en de digitale economie.
Maar batterijen hebben één groot nadeel: het ontginnen van de nodige metalen, zoals lithium en cobalt, is niet bepaald milieuvriendelijk. Daarom wil Brussel met nieuwe wetten komen die voor duurzamere batterijen zorgen. Dat mocht ook wel, gezien de huidige batterijen-wet van 2006 dateert. Vandaag zetten de lidstaten en het Europees Parlement de laatste puntjes op de i en dan is de deal rond.
Wat ligt er op tafel?
Concreet liggen er drie zaken op tafel. Allereerst zouden batterijen een label krijgen met hun ecologische voetafdruk. Zo is voor iedereen duidelijk hoe duurzaam ze zijn.
Daarnaast moeten lidstaten veel beter recycleren. Het Europees Parlement wil dat bij zware industriële batterijen en autobatterijen al het afval ingezameld wordt. Bij batterijen van kleine elektronische toestellen, mikt het Europees Parlement op zeventig procent van al het afval. Over die cijfers zullen de lidstaten en het Parlement ongetwijfeld nog steggelen.
Tot slot zouden fabrikanten van batterijen aansprakelijk worden voor de héle productieketen. Wanneer bijvoorbeeld een gebruikte grondstof door kinderen werd ontgonnen, kunnen lidstaten de fabrikant hiervoor verantwoordelijk stellen. Zelfs al kocht de fabrikant die grondstof van een ander bedrijf.
CDA-Europarlementariër Toine Manders heeft nog een suggestie: “We moeten de productie van batterijen naar Europa halen zodat we onafhankelijker worden van landen als China en Zuid-Korea. Dit kan bijvoorbeeld door een verbod op export van gebruikte batterijen. Zo kunnen we voorkomen dat waardevolle grondstoffen ons continent verlaten.”