Het Nederlandse kabinet ziet met lede ogen aan dat Europese coördinatie bij de aanpak van het coronavirus ver te zoeken is. Demissionair minister Ben Knapen van Buitenlandse Zaken (CDA) beklaagde zich er gisteren in de Tweede Kamer over, dat iedereen in Brussel coördinatie wil, maar dat er overal regels worden ingevoerd, die afbreuk doen aan de gemeenschappelijke afspraken.
Deze zomer spraken de Europese regeringen af om te gaan werken met een gezamenlijk Europees covid-reiscertificaat. En daarmee was de QR-code geboren die bij elk cafébezoek moet worden gescand. De criteria om een groen vinkje te krijgen zijn Europees bepaald en werken op basis van het 3G-systeem: gevaccineerd, getest of genezen.
Ook Nederland maakt eigen beleid
Ironisch was, dat terwijl Knapen dit zei in een debat met de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer, een etage hoger in de plenaire zaal zijn chef Mark Rutte het parlement juist probeerde te overtuigen van nieuw Nederlands coronabeleid: het deels invoeren van een 2G-systeem.
En zo gebeurde het dat D66-Kamerlid Jan Paternotte in debat met Rutte het 2G-denken ‘als het niet anders kan’ accepteerde, terwijl zijn partijgenoot Sjoerd Sjoerdsma een etage daaronder van Knapen wilde weten of 2G wel past binnen de Europese afspraken. Sjoerdsma: “De Europese Raad probeert te coördineren, maar het lukt niet.”
Optimistisch over december
Knapen erkende dat zoiets gevolgen heeft voor de waarde van de Europese afspraken. Maar, zei hij, ook voor Nederland geldt dat we ons de regels niet laten voorschrijven door een ander land. Gezondheidszorg is immers een nationale bevoegdheid.
Knapen is ‘redelijk optimistisch’ dat de Europese regeringsleiders bij de top in december besluiten het coronabeleid beter met elkaar te gaan afstemmen. Zelfs als niet alle landen hetzelfde beleid voeren over wie in een café, winkel of skilift naar binnen mag.