Al bestaande afspraken over informatiestromen, leken deze week opnieuw te worden uitgevonden in de Tweede Kamer, ziet columnist Mendeltje van Keulen.
Beter goed gejat dan slecht verzonnen. Bijna alle problemen die we in Nederland hebben zijn al eens elders voorgekomen, of er wordt over de grens ook mee geworsteld. Natuurlijk is de schaalgrootte verschillend, en zijn bepaalde dimensies of factoren anders. Maar dat betekent niet dat je niet kan nagaan of je kan leren van het buitenland.
Toch is “internationaal werken” in veel organisaties een specialisme. Als je druk aan je eigen onderwerp bezig bent, is het geen automatisme om in de smiezen te houden wat er over de grens gebeurt. Dat geldt ook voor onze volksvertegenwoordigers en hun ondersteuning. Gefocust als ze – met beperkte menskracht – de hele dag zijn op de relatie met de demissionaire regering, blijft er weinig tijd over voor internationale vergelijking.
informatie
Maar soms hoef je helemaal niet zo ver weg voor inspiratie. Het dagblad Trouw opende op 8 oktober met een interview met de Tweede Kamervoorzitter, Vera Bergkamp, die harde afspraken wil laten maken over betere informatievoorziening van de regering. Daarover komt er eerst een interne werkgroep, vonden 78 van de 150 leden in juli. Ze namen toen de motie-Leijten-Arib aan die werd ingediend bij het begrotingsdebat.
De Europees werkenden in Den Haag zullen zich onmiddellijk realiseren dat zo’n informatieprotocol al bestaat.
Elk jaar wordt er immers met de regering in een speciaal debat afgesproken welke brieven de kamer krijgt binnen welke termijn en wat daar in moet staan.
Voor oud-Kamervoorzitter Khadija Arib, die de motie schreef met SP-kamerlid Renske Leijten, was dit geen dagelijkse kost. Vanaf het rostrum in de plenaire debatzaal ziet de wereld er immers anders uit dan vanuit het handwerk in de commissiezalen. Maar mede indiener Renske Leijten kent de Europese informatieafspraken, zoals ze heten goed, als actief lid van de commissie Europese zaken.
boeman
“Euza”, zoals die groep binnenskamers heet, is ook een soort werkgroep, maar dan van Europawoordvoerders van de 19 fracties. Die regelen hoe Europese debatten en brieven moeten gaan en updaten de afspraken elk jaar bij monde van een rapporteur. Dat is een wisselplek, van een kamerlid die de regering namens alle 150 aanspreekt op wat er beter moet in de informatie die alle Eerste en Tweede Kamerleden krijgen over Europese stukken. Die brieven heten trouwens “fiches” en “geannoteerde agenda’s”, maar dat is een snufje Europa-jargon. Daardoor moet je je nooit laten afschrikken.
Het zou jammer zijn als de nieuwe werkgroep bij 0 begint, en deze Europese afspraken niet in overweging neemt als voorbeeld van een informatieprotocol. Zo is Europa eens geen boeman, maar misschien wel inspirerend.
Mendeltje van Keulen is onder meer praktijkprofessor Europa bij de Haagse Hogeschool. Van 2011 tot 2017 was zij griffier Europese Zaken bij de Tweede Kamer. Zij leegt voor Brusselse Nieuwe regelmatig de brievenbus van de Tweede Kamer en legt Europese voorstellen bovenaan de stapel.