De Tweede Kamer geeft het kabinet de opdracht om in Brussel duidelijk te maken dat Nederland geen voorstander is van de invoering van internationale kieslijsten bij de volgende verkiezingen van het Europees Parlement. Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer stemde vandaag voor een motie van de VVD waarin het parlement dat uitspreekt.
Volgens de motie is de manier waarop Nederlanders stemmen voor de samenstelling van het Europees Parlement een nationale aangelegenheid. Omdat D66 als enige coalitiepartij juist voor de zogenaamde transnationale lijsten is, heeft het kabinet zelf geen mening en laat het politieke besluit over aan de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer trekt over het voorstel van het Europees Parlement om de Europese Kiesakte te hervormen daarnaast ook een formele gele kaart. Daarmee zegt het parlement in Den Haag tegen het Europees Parlement dat ze hun boekje te buiten gaan door onder meer voor te stellen de Europese verkiezingen voortaan in de hele Europese Unie op dezelfde datum te houden. Een geschikte datum voor Europese verkiezingen leek de politici in Brussel 9 mei, Europadag.
Tegenvaller voor Volt
De hervorming van het Europees kiesrecht is een voorstel van de Europese afdeling van Volt. De enige Volt-vertegenwoordiger in het Europees Parlement, Damian Boeselager, kreeg dit voorjaar een meerderheid achter zijn voorstel voor transnationale kieslijsten.
Zijn voorstel is dat een deel van de vertegenwoordigers gekozen wordt op lijsten met kandidaten uit de hele Europese Unie. De lijsttrekkers van die lijsten zijn de kandidaten voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Het is ironisch dat de Tweede Kamer, het enige nationale parlement waar Volt vertegenwoordigd is, per kerende post nee zegt tegen het voorstel.
Laurens Dassen van Volt zegt in een reactie: “Wij zijn als Volt juist opgericht om verandering teweeg te brengen in de Europese Unie. Dat het Nederlandse parlement een gele kaart trekt, laat zien dat we als Volt Nederland nog een hoop werk te doen hebben om dit voor elkaar te krijgen”.
Dus enerzijds is Nederland zo pro-Europees dat Volt in ons parlement zit, maar anderzijds komt er een gele kaart tegen vernieuwing…
Dassen: “Je ziet dat kiezers allemaal zien dat we het in de Europese Unie samen moeten doen. Je hoort ook steeds meer in de plenaire zaal dat Europa belangrijk is en dat we op vele zaken samen moeten gaan werken. Maar dan ook zorgen dat Europeanen gezamenlijk een richting voor Europa kunnen kiezen, dat willen we dan weer niet. Dat vind ik teleurstellend”.
De motie die is aangenomen spreekt uit dat Nederland in de Europese Raad moet zeggen dat we ‘geen voorstander’ zijn. Wat betekent dat volgens u?
“Dat het kabinet niet met een neutrale positie naar Brussel kan en dus op een bepaalde manier stelling moet nemen. Tegelijkertijd denk ik dat er een langere discussie gaat plaatsvinden in de Europese Raad. Dat leidt tot een uitkomst en daarna komt het nog een keer terug in de Tweede Kamer”.
Dus voor u is het nog niet klaar? Dit is geen veto van Nederland?
“Het is een duidelijk signaal van de Tweede Kamer. Maar ik moet wel nog zien hoe de onderhandelingen er verder gaan uitzien”.
Ja, want het pingpongt nog een paar keer heen en weer tussen de instituties in Brussel en komt dan weer terug naar Den Haag voor een definitief besluit. Heeft u nog hoop dan?
“Hoop heb ik altijd. Dit is het begin van een langer traject waar we aan werken. Transnationale kieslijsten zijn voor ons heel belangrijk. Wij willen dat Europeanen samen de richting kunnen bepalen. Dit was ook een uitgelezen kans geweest voor Nederland om te erkennen dat ook Italianen, Spanjaarden en Duitsers meebepalen met welke wetten wij te maken krijgen”.
Dit was voor Volt Europa een kroonjuweel..
“Het is voor Volt overal een kroonjuweel! Wij willen naar een Europese parlementaire democratie. Dit toont aan dat wij als Volt op alle bestuurslagen aanwezig moeten zijn. Je kan het wel in het Europees Parlement agenderen en een meerderheid behalen, maar je ziet dat op het moment dat de lidstaten hierover een beslissing moeten nemen, ze dit uiteindelijk toch weer kunnen tegenhouden”.
Heeft de Europese Volt-chef Boeselager u nog op de kop gegeven omdat het nou net in Nederland misloopt?
“Ik heb er met hem natuurlijk over gesproken. We zouden allebei heel graag willen dat het anders was en we hebben samen geconcludeerd dat we met Volt nog flink wat werk te verzetten hebben. Hier in het Nederlandse Parlement en ook in andere parlementen”.