Kabinet wil meer Nederlanders in Europees stemhokje, maar niet op zondag

Transnationale lijsten, een nieuwe verkiezingsdag, gendergelijkheid en verkiesbaar stellen vanaf 18 jaar: het Europees Parlement wil de Europese verkiezingen grondig veranderen, maar wat denkt het Nederlandse kabinet daarvan?

4 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Het voorstel van het Europees Parlement om de verkiezing van de leden van het Parlement te wijzigen, valt grotendeels in de smaak bij het kabinet. Met de zogeheten Europese Kiesakte zouden Europarlementariërs door middel van nieuwe, rechtstreekse verkiezingen worden gekozen. Het kabinet wijst in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer op de mogelijkheden en risico’s van verschillende elementen uit het initiatiefvoorstel van het Parlement.

Gemengde gevoelens in Nederland

De belangrijkste voorgestelde wijzigingen zijn de transnationale kieslijsten, het verkiesbaar stellen vanaf 18 jaar, gelijke vertegenwoordiging van man en vrouw op Europese kieslijsten en een vaste verkiezingsdag. Die verkiezingsdag zou vallen op 9 mei, de Dag van Europa. Over een vaste datum is het kabinet alvast niet te spreken, zo blijkt uit de Kamerbrief van Minister van Binnenlandse Zaken en Koningsrelatie Hanke Bruins Slot: “Stemmen op een vaste datum, ongeacht de dag van de week, heeft tot gevolg dat de verkiezingen kunnen vallen op een zondag of feestdag. En op een zon- of feestag stemmen wij in Nederland niet. Het kabinet vindt dit voorstel daarom niet gewenst.”

Het kabinet houdt zich op de vlakte wat de transnationale kieslijsten betreft. Met dit voorstel, dat kan rekenen op een meerderheid in het Europees Parlement, zou iedere Europese burger twee stemmen uit moeten brengen: een stem op iemand uit eigen land en op iemand uit een Europees kiesdistrict, Duitsland bijvoorbeeld. Die tweede stem moet 28 extra Europarlementariërs uit de héle Europese Unie opleveren. Met de transnationale kieslijsten wil het Parlement de Europese dimensie van de verkiezingen versterken.

Hoewel het kabinet erkent dat dit EU-brede kiesdistrict de verkiezingen een stuk ‘Europeser’ maakt, moet men volgens de minister ook oog hebben voor de nadelen: “Transnationale kieslijsten kunnen verwarrend zijn en zelfs voor een kloof zorgen tussen nationale en Europese zetels in het Europese Parlement. “Het kabinet neemt daarom een neutrale positie in en wil de Kamer vooral wijzen op zowel de voor- als de nadelen van transnationale kieslijsten”.

Brug slaan tussen Nederland en Europa

Minister Bruins Slot laat in de Kamerbrief weten dat het kabinet wel voorstander is van de algemene intenties van het Europees Parlement. Zo streeft de Europese instelling ernaar om met de Europese Kiesakte meer burgers te betrekken bij de verkiezing van Europarlementariërs. En net dat is volgens veel Nederlanders, die via burgerdialogen hun mening gaven over de toekomst van Europa, hard nodig. In Nederland kwam slechts 41,93% opdagen tijdens de Europese verkiezingen, minder dan het Europees gemiddelde. “Het kabinet wil daarom de Nederlandse burger dichter bij de Europese Unie brengen.”

En dat begint volgens minister Bruins Slot niet met kleine aanpassingen, maar met een breed pakket aan maatregelen die de Europese verkiezingen in zijn geheel verbeteren. Een paar voorgestelde veranderingen krijgen nu al de zegen van het kabinet: “We staan achter een tijdelijke vervangingsregeling voor Europarlementariërs in verband met moederschaps-, vaderschaps- of ouderschapsverlof.” Ook kijkt het kabinet uit naar het verbeteren van de gendergelijkheid in de Europese kieslijsten, bijvoorbeeld met het gebruik van quota. “De kandidatenlijsten moeten een goede afspiegeling vormen van de samenleving, maar de selectieprocedure voor de kandidaten op de Europese lijsten moet aan de politieke partijen worden toevertrouwd.”

Er komen overigens ook kritische geluiden uit Den Haag: “Het kabinet kan zich niet vinden in het voorstel om het nationale kiezersregister al veertien weken voor de stemming vast te stellen”. De termijn waarin de lijsten met nationale kandidaten wordt bepaald, is momenteel vastgelegd op zes weken. Een uitbreiding daarvan zou er volgens de minister voor zorgen dat de Europese burger wel erg vroeg op voorhand bezig moet zijn met de Europese verkiezingen. “Dat kunnen we niet van de burgers verlangen”.

Kieswet uit 1976

Het Europees Parlement heeft in mei met een meerderheid, van vooral leden uit de sociaaldemocratische, liberale en groene fracties van het Parlement, ingestemd voor een initiatiefvoorstel waarmee er een aanpassing komt van de Europese verkiezingen. Die zijn grotendeels vastgelegd in nationale kieswetten en Europese richtlijnen, zoals is neergepend in de Europese Kieswet uit 1976. De plannen die nu op tafel liggen zijn dan ook een herziening van deze oude Kieswet.

In Nederland komt het plan van de Europese Kiesakte op 21 juni aan bod tijdens een commissiedebat in de Tweede Kamer. Daar zal minister Bruins Slot niet alleen ingaan op de elementen die het kabinet steunt, maar worden er ook kanttekeningen gemaakt bij de bevoegdheden, reikwijdte en impact van de plannen.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie