Als het aan het kabinet ligt, rijden er straks enkele duizenden nieuwe voertuigen op waterstof en zijn er zo’n veertig waterstoftankstations in Nederland te vinden. Het kabinet trekt 125 miljoen euro uit om ondernemers te helpen de overstap naar waterstof te maken. Daarmee is er niet alleen minder uitstoot van broeikasgassen op de weg, maar voldoet het kabinet ook aan Europese doelstellingen.
Wondermiddel
Het klinkt bijna als een wondermiddel, waterstof. Niet alleen het kabinet, maar ook de Europese Unie zet steeds meer in op de stof die zonder vervuiling energie op kan leveren. Zo wil Brussel dat er in 2030 langs alle Europese hoofdsnelwegen waterstoftankstations te vinden zijn. In Nederland betekent dat dat er minimaal 30 over het land verspreid moeten zijn. Op dit moment zijn er al 17 waterstoftankstations in Nederland die aan de Europese eisen voldoen.
Waterstof is ontvlambaar en kan daarom gebruikt worden om energie op te wekken. Toch is niet iedere vorm van waterstof schoon. Om waterstof te maken is elektriciteit nodig en die wordt vaak nog opgewekt met fossiele brandstoffen, ‘grijze waterstof’ genoemd. ‘Groene waterstof’ is daarentegen opgewekt met wind- of zonne-energie.
Het gebruik van waterstof in voertuigen heeft behoorlijk wat voordelen, vindt het kabinet. Ten eerste vervuilt het niet. Daarnaast hebben waterstofvoertuigen een grote actieradius en hoeven ze in vergelijking met elektrische voertuigen niet opgeladen te worden. Dat kan soms lang duren. De waterstofvoertuigen moeten dus een serieus alternatief bieden naast rijden op batterij.
Subsidie
Ondernemers kunnen de subsidie vanaf maart 2024 aanvragen. “Waterstof kan hiermee echt doorbreken”, zegt staatssecretaris Vivianne Heijnen (Milieu). “De belofte van waterstof is er al jaren. Het wordt tijd dat we ervoor zorgen dat waterstof zijn belofte in gaat lossen.”
Er werd al langer gediscussieerd over (groene) brandstof, maar overeenstemming over hoe het kabinet waterstof een duwtje in de rug kon geven, bleef uit. Zo was de vraag: moeten er eerst genoeg voertuigen zijn voor we gaan investeren in tankstations, of heeft het geen zin voertuigen te hebben als er nog geen tankstations zijn.
Staatssecretaris Heijnen komt met een oplossing. De subsidie geldt voor zowel voertuigen als tankstations. Dat betekent dat aanvragers plannen moeten maken voor de aanschaf van beide. Anders maken ze geen kans op het geld. Bij elke aanvraag moet één tankstation in het plan zitten, met daarbij meteen de aanschaf van genoeg vrachtwagens of (bestel)bussen om het tankstation vanaf de start rendabel te maken. Dat zijn zo’n 10 tot 15 waterstofvrachtwagens.
Groen of niet
De subsidie maakt geen verschil tussen groene of grijze waterstof. Het is voor het kabinet vooral belangrijk dat er minder broeikasgassen uitgestoten worden op de weg. De vraag over hoe de waterstof opgewekt is, staat daar dus los van. Het is ook praktisch onmogelijk om een verschil te maken tussen tankstations met grijze waterstof en stations met groene waterstof langs de weg. Het doel is dus om te zorgen voor de juiste infrastructuur zodat meer ondernemers gebruik zullen maken van de schone brandstof.
Via andere regelingen en wetten probeert het kabinet ervoor te zorgen dat ook de opwekking op een steeds duurzamere manier gebeurt. Groene waterstof produceren is duurder dan grijze waterstof maken. Door de subsidie neemt de vraag toe, hoopt het kabinet, waardoor uiteindelijk ook de productie van groene waterstof goedkoper wordt.
Voor meer nieuws over klimaat en energie, abonneer je op onze klimaatnieuwsbrief. Elke vrijdag ontvang je een overzicht van de ontwikkelingen in Nederland en Brussel.