Deze week gaf de Europese Commissie officieel het startschot voor de discussie over het gevoeligste economische thema van het moment: de hervorming van de begrotingsregels. In plaats van één botte bezuinigingsverplichting, wil de Commissie met lidstaten individueel afspraken maken over de manier waarop ze hun te hoge staatsschuld kunnen afbouwen.
De Duitsers begonnen meteen te steigeren omdat ze dit te vrijblijvend vonden klinken. De Italiaanse economieminister vond het voorstel dan weer te streng. Hij wilde meer vrijstellingen voor investeringen in de groene en digitale transitie. In aanloop van het Commissievoorstel positioneerde Nederland zich vooral in het Duitse kamp. Ons land benadrukte dat de begrotingsregels niet te losjes mochten worden.
Goede basis
In tegenstelling tot de Duitsers klinkt minister van Financiën Sigrid Kaag nu wel voorzichtig optimistisch. “Dit voorstel vormt een goede basis om de onderhandelingen te beginnen. Er zit een goede schuldafbouw in, het is op nationaal niveau en het is gebaseerd op risico.”
“Het belangrijkste is dat je een geloofwaardig schuldafbouwpad voorlegt. Tegelijk moet er wel ruimte blijven voor hervormingen en investeringen”, stelt onze minister van Financiën.
Toch benadrukt Kaag dat ze ook wel “verbeteringspunten” ziet. “We willen dat de begrotingsregels transparant zijn voor iedereen. Ook mogen de begrotingsregels van de verschillende lidstaten niet te veel van elkaar afwijken.” De Europese Commissie zou individuele afspraken met lidstaten gaan maken over hun schuldafbouw. En dus bestaat de vrees dat niet iedereen daarbij gelijk voor de wet behandeld wordt.
Felle reacties
Lidstaten reageerden fel op het voorstel van de Europese Commissie. Dat vindt Kaag niet meer dan normaal: “Wanneer alle partijen kritiek hebben, betekent dat niet dat het voorstel waardeloos is. Dat is gewoon een teken dat het onderhandelen is begonnen.”
Die onderhandelingen beloven desondanks nog erg pittig te worden. Alle lidstaten moeten immers instemmen met de hervormingen. Toch vindt Kaag dat de lidstaten ernaar moeten streven om het nog dit jaar af te ronden. “Het is een kwestie van politieke wil om nu tot een uitkomst te komen.”
