Kaag krijgt Europese collega’s niet mee in strijd tegen trustsector

2 min. leestijd

“Er lijkt onder de lidstaten weinig animo te zijn voor het aanpakken van de trustsector”, constateert Financiënminister Kaag in de Tweede Kamer. De minister wil sinds vorige week Russisch vermogen aanpakken dat via trustkantoren wordt beheerd, maar krijgt de Europese collega’s daar moeilijk in mee. Dat gaf ze begin deze week in Berlijn al aan, maar er zit dus geen schot in de zaak.

Lidstaten werken niet mee

En dat is wel de insteek, vertelt ze in de Kamer. “Als we het Europees regelen, nemen we ook Malta, Cyprus, Ierland en Luxemburg mee”. Die landen zijn, naast Nederland, populaire bestemmingen voor Russisch geld. Alle lidstaten zijn benaderd, vertelt Kaag, maar tot dusver komt gezamenlijke actie niet op gang. Ze vertelt het maandag weer voor te leggen aan de collega’s in Brussel, maar “wij zijn al bezig in Nederland”.

Het plan om trustdienstverlening aan Russische personen en bedrijven te stoppen wordt binnen tweeënhalve week voorgelegd aan de Kamer, vertelt Kaag. Een onderzoek naar de toekomst en het al dan niet voortbestaan van de trustsector wordt nog afgewacht. Dat was al eerder ingesteld door Kaag’s voorganger Wopke Hoekstra.

Europese begrotingsregels: strenge controle terug?

De Europese Unie hanteert begrotingsregels, om te zorgen dat lidstaten geen te grote tekorten opbouwen. De handhaving van die regels voor staatsschulden is tijdens de pandemie op een laag pitje gezet. Afgelopen winter leek het erop dat er vanaf 2023 weer strenger naar de begrotingen wordt gekeken, “maar alles is achterhaald, tragischerwijs”, constateert Kaag. Toch ziet ze het niet als meest urgente probleem: “onder economen is er geen consensus over wat een gezonde staatsschuld is”.

In mei, of mogelijk iets eerder, wordt opnieuw gekeken hoe de overheidsfinanciën er in Europa bij staan. Meer valt er nu nog niet te zeggen, aldus Kaag: “de enige zekerheid die we hebben is de grote onzekerheid”.