Van 1976 tot 1994 was Jan Mulder als specialist in landbouw en ontwikkelingslanden in dienst van de Europese Commissie. Daarna volgde een loopbaan van 20 jaar als Europarlementariër, waar hij verantwoordelijk was voor landbouw en werd hij benoemd als eerste Nederlander ooit tot lid van het College van Quaestoren, dat instaat voor het financieel en materieel beheer van het Europees Parlement.
Negatieve bijklank
”Landbouw heeft altijd een negatieve klank gehad in Brussel, zelfs toen ik er zat. Er zijn geluiden dat de boeren te veel geld opslorpen en ik vind die kritiek onterecht, want de Europese begroting is buitengewoon klein. Het percentage belastingen dat wordt geheven, per lidstaat, is te laag naar mijn mening. Daarnaast zijn de subsidies voor de landbouwers ook aanzienlijk gezakt.
Daarmee snijdt de Europese Unie zich in de vingers, want in andere hoeken van de wereld worden boeren juist meer geholpen vanuit de overheid. Dan hebben we het over Japan, Amerika, Noorwegen en Zwitserland. Ik zeg niet dat een pot met geld alle problemen van de landbouwers zullen oplossen, dat zou heel makkelijk zijn. Maar de concurrentie van boeren buiten de Unie is groot en de werkdruk voor de Europese boeren ligt torenhoog. Daar moet iets aan gebeuren.”
Federalist
Wanneer we Mulder vragen hoe hij zichzelf als Europeaan ziet, windt hij er geen doekjes om: Hij is een federalist. De EU is nu een statenbond, waarbij landen samen optrekken en bepalen of bevoegdheden wel of niet Europees uitgeoefend worden. Mulder ziet liever meer bevoegdheid overgedragen worden aan Brussel en dat Europese lidstaten samen tot meer oplossingen komen. De VVD’er is dan ook een krachtig pleitbezorger van het manifest van The Spinelli Group. Deze groep is opgericht met als doel de federalisering van de Europese Unie, door een netwerk van burgers, denktanks, ngo’s, academici, schrijvers en politici bij elkaar te brengen, die het idee van een federaal Europa steunen.
Als liberaal is dat in zijn eigen partij niet altijd makkelijk geweest. ”In 1964, toen ik lid werd van de partij, was de VVD zeer pro-Europees. Dat is heel erg veranderd toen Frits Bolkestein partijleider werd. Hij was niet anti-Europa, maar veel kritischer. Woorden zoals ‘federalisme’ kon je maar beter niet al te vaak gebruiken in zijn bijzijn. Voormalig premier van Italië Enrico Letta kwam deze week met een rapport. Daarin staat dat als wij (Europa) onze economische welvaart willen veiligstellen, we meer met elkaar moeten samenwerken op economisch vlak. Ik ben het daar roerend mee eens. In mijn ogen is dit een hartekreet voor een meer Federaal Europa.”
Pro-Europese koers van VVD
In de beginjaren van de Drentenaar in Brussel, hield hij vaak bijeenkomsten met lokale en regionale bestuurders van de VVD. Hij merkte ook vanuit hen heel erg de drang om meer te weten te komen over Europa. Dat ebde weg na verloop van tijd, maar volgens Mulder is dat helemaal terug. ”Iedereen weet hoe Mark (Rutte) over Europa dacht in zijn beginjaren. Daarom is het niet gek dat sinds hij positiever over Europa is, het binnen de partij ook alleen maar belangrijker is gaan worden. Bij het laatste congres merkte je dat aan alle kanten.”
Europarlementariër Malik Azmani liet dat afgelopen maandag in Brussel ook weer zien. Aan Azmani heeft de VVD een goeie volgens Mulder. ”Malik is de juiste man voor het juiste moment in Brussel. Het pro-Europese verhaal weet hij te vertellen. Dat was ook te merken nadat het EU-migratiepact aangenomen werd vorige week. Malik zei toen: ‘Alleen door samen te werken in Europa kunnen we grip krijgen op migratie’.”
Daarin heeft hij volkomen gelijk in een cruciale tijd, want het hoofdthema tijdens de verkiezingen is zonder twijfel: migratie. Door zijn werkzaamheden bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), voordat hij de politiek inging, en zijn betrokkenheid bij diverse werkgroepen die over de buitengrenzen en migratie gaan in het Europees Parlement, heeft hij van alle lijsttrekkers de beste papieren als het over het over dit dossier gaat. En door zijn verleden in Den Haag zijn de lijntjes wel korter met de Haagse fractie, wat zal resulteren dat ze meer eensgezind zullen optreden en dat is al veel beter dan in mijn tijd.”