Hoge nood: EU-leiders bespreken toekomst van EU-defensiebeleid

Grote drukte in het centrum van Brussel terwijl EU-regeringsleiders opnieuw praten over defensie. De wanhoop groeit, want terwijl de oorlog in Oekraïne voortduurt, slaagt Europa er niet in om haar eigen veiligheid voldoende te waarborgen.

4 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

De Europese Unie is wanhopig op zoek naar manieren om de Russische president Poetin te weerhouden van een eventuele aanval op een EU-land. Eerder spraken EU-regeringsleiders in Versailles al af de Europese defensiekrachten en industrie te versterken. Vandaag komen ze opnieuw bij elkaar, deze keer in Brussel.

Ze maken zich zorgen over de situatie in Oekraïne, waar het front iedere dag een beetje verschuift. Bovendien hoopten EU-leiders Oekraïne beter te kunnen helpen met wapens en munitie, maar ook daar bleek de Europese defensie-industrie ondermaats. Op de agenda dus: hoe zorgt Europa ervoor dat het Oekraïne kan blijven helpen? Maar ook de vraag: hoe wordt Europa zelf weerbaar tegen een militaire invasie, sabotageacties en cyberaanvallen?

‘Geen extra leningen’

Dat Europa meer moet doen aan haar verdediging is duidelijk voor het Nederlands kabinet. Premier Schoof heeft nog steeds de griep en is vandaag dus niet bij de top. Hij wordt vervangen door de Luxemburgse premier Luc Frieden, die tijdens de top namens Nederland zal spreken. De inzet: ja, meer investeren in de defensie-industrie, meer samenwerking tussen Europese legers, maar geen extra leningen.

Nederland wil eerst een grondige analyse. “Niet roepen dat er meer geld nodig is, maar eerst vaststellen waarom en waarvoor”, zei een hooggeplaatste EU-diplomaat voorafgaand aan de top. Plannen om samen met EU-landen geld te lenen, zogeheten ‘eurobonds’, lijken steeds populairder te worden en dat baart het kabinet zorgen. “Laat de landen die nu hard roepen dat ze geld willen lenen eerst eens hun eigen begroting op orde krijgen, voordat ze op onze status (de triple A) goedkoop geld kunnen lenen”, klinkt het in kringen van het kabinet.

Niet alle landen willen die volgorde. Spanje, Italië en onder andere Portugal, landen die de twee procentnorm niet halen, willen het liever eerst over het geld hebben. Plannen om dat geld gezamenlijk (Europees) te lenen zijn populair. En nu ook Denemarken en Finland beginnen over extra geld dat nodig is, lijkt het alsof er voldoende steun is om via zogenoemde eurobonds geld op te halen voor de defensie-industrie. België is een bondgenoot van Nederland. Ook België wil geen extra leningen. Dat zei de kersverse Belgische premier Bart de Wever (hij werd twee uur voor aanvang van de top ingezworen).

Andere potjes

Maar er zijn ook andere manieren om Europese legers en de defensie-industrie een zetje in de rug te geven. De tweeprocentnorm halen bijvoorbeeld. Meer dan tien jaar geleden spraken NAVO-landen af minstens twee procent van hun bruto binnenlands product aan defensie uit te geven, maar daar kwam tot op heden weinig van terecht. Nederland haalt de norm inmiddels net, maar veel landen, zoals Spanje, Portugal, Italië en België, zitten nog steeds beneden de twee procent.

“De tweeprocentnorm is ontzettend belangrijk”, stelde EU-buitenlandchef Kaja Kallas voorafgaand aan de top in Brussel. Vooral nu er al een jarenlange oorlog raast op het Europees continent moeten EU-leiders vaart maken, vindt ze. Volgens de voormalige president van de Europese Centrale Bank (ECB) Mario Draghi zou er 60 miljard euro vrijkomen om in defensie te investeren als de achterliggende landen de norm wel zouden halen.

Investeren

Dan is er ook nog de Europese Investeringsbank (EIB). De bank mocht traditioneel niet investeren in militaire producten, maar de EU-leiders heroverwegen die regels. De Luxemburgse premier Frieden zinspeelde voorafgaand aan de top al op een grotere rol voor de EIB. En de Finse premier Petteri Orpo wees journalisten er nog even op dat Finland vorige week een voorstel indiende om de EIB te gebruiken om de defensie-industrie te financieren.

Formele conclusies verwachten we vanavond nog niet. Het is een informele top en daarmee dus meer een verkenning van de nationale standpunten. Raadsvoorzitter António Costas hoopt dat defensie-commissaris Kubilius de discussie van vandaag in ieder geval mee neemt in een ‘witboek‘ dat later dit jaar gepubliceerd wordt. Pas dan worden de plannen concreter.