Hoekstra niet naar Brussel voor Raad Algemene Zaken 

In Brussel buigen de ministers van Europese en Buitenlandse zaken het hoofd over de agenda van de Europese Raad van eind mei: wat kunnen we verwachten?

2 min. leestijd

De ministers van Europese en Buitenlandse zaken spoeden zich naar Brussel voor de Raad Algemene Zaken. Daarin blikken de ministers vooruit op de Europese Raad van eind mei en die op 23 en 24 juni. Eén naam ontbreekt: Wopke Hoekstra. Onze minister van Buitenlandse Zaken neemt namelijk deel aan het World Economic Forum, een bijeenkomst met de kopstukken van de grootste bedrijven ter wereld, in Zwitserland. Robert de Groot, de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland in de Europese Unie, zal zijn plaats innemen.

Voorbereiding

De Raad Algemene Zaken werkt samen met de vaste voorzitter van de Europese Raad (Charles Michel) en de Europese Commissie (Ursula von der Leyen) aan de voorbereiding van de Europese Raad die twee keer per half jaar wordt gehouden – een bijeenkomst waar alle regeringsleiders en staatshoofden samenkomen om het beleid en de prioriteiten van de Europese Unie te bepalen. Zo wordt er vandaag gekeken naar de bijeenkomst van de Europese Raad op 23 en 24 juni, maar er is ook aandacht voor de ‘buitengewone’ Europese Raad die aan het einde van deze maand plaatsvindt. Dit is een extra vergadering die door de voorzitter van de Europese Raad kan worden bijeengeroepen.

Daar zal het, met het oog op de oorlog in Oekraïne, voornamelijk gaan over energie, defensie en de voedselzekerheid in Europa. In een Kamerbrief ter voorbereiding op de Raad Algemene Zaken liet minister Hoekstra alvast weten dat de inzet van het kabinet ten aanzien van de Russische invasie in Oekraïne ongewijzigd blijft: “Zo veel mogelijk steun aan Oekraïne en zo stevig mogelijke maatregelen tegen Rusland”. Hoekstra verwacht dat op de buitengewone Europese Raad op 30 en 31 mei de focus ook zal verschuiven naar de wederopbouw van Oekraïne. Daarover stelt Hoekstra dat Nederland wil dat de Europese Unie hierin de leiding zal nemen. 

Daarnaast steunt het kabinet de keuze om energie op te nemen in de agenda voor de eerstvolgende Europese Raad: “Het kabinet zal pleiten voor een versterkte inzet op hernieuwbare energie, energiebesparing en verdere diversificatie van energiebronnen om de Europese afhankelijkheid van fossiele brandstoffen uit Rusland zo snel mogelijk af te bouwen.”