Volgende week stemt het Europees Parlement over het uitbannen van onbetaalde stages. Maar hoe goed zorgen Europarlementariërs eigenlijk voor hun eigen stagiairs in Brussel? 

Europarlementariërs kunnen de vergoeding voor hun stagiairs, binnen een bepaalde marge, zelf bepalen. Voor een voltijdse stage mag dat ergens tussen de 838 en 1374 euro per maand vallen. De Nederlandse stagiairs lijken dichter bij de boven- dan de ondergrens uit te komen. 

Van ‘competitief’ tot maximaal

Zo vertelt een PvdA-woordvoerder dat de partij kiest voor maximale vergoeding, met de motivatie dat de toegankelijkheid van een stage ‘niet afhankelijk moet zijn van de dikte van de portemonnee’. Ook D66 heeft deze keuze gemaakt. Bij GroenLinks, indiener van de resolutie tegen onbetaalde stages, lag de vergoeding tot voor kort lager; rond de 1000 euro. Nu is dat ook verhoogd naar het maximale bedrag. Het CDA geeft aan dat de vergoeding ergens tussen 1000 en de max ligt. Bij de VVD blijft het wat abstracter, de vergoeding is daar ‘competitief’.

Er zijn ook partijen, waaronder de SGP en JA21, die een aangepaste eurostage in Nederland aanbieden, bijvoorbeeld gecombineerd met ervaring in Nederlandse bestuurslagen.

Voor veel Nederlandse studenten lijkt zo’n maximale stagevergoeding veel, zegt een EP-stagiair. Vergoedingen voor politieke partijstages liggen in Nederland al snel duizend euro lager. Toch leidt zo’n vergoeding niet tot een stapel spaargeld, vertelt de stagiair. Met het dagelijkse levensonderhoud, huisvesting in Brussel en de reizen naar het thuisfront komt het huishoudboekje al snel op nul uit.

Onbetaald in Eurofracties

Bij de Eurofracties worden ook stages aangeboden. De Europese Volkspartij (EVP), waar CDA en ChristenUnie deel van uitmaken en de Europese conservatieven (ECR), fractie van JA21 en SGP, bieden traineeships en stages zonder financiële vergoeding. Verder bieden Europese fracties betaalde stages aan met hoge vergoedingen, inclusief de reizen naar Straatsburg.