In deze eerste editie van de migratie-nieuwsbrief kijken we naar de aangekondigde uitzetting van Mikael. Ondertussen is zijn uitzetting naar Armenië uitgesteld, door een nieuwe verblijfsaanvraag. Maar zijn er eigenlijk meer kinderen zoals hij in andere Europese lidstaten? En wat vindt Brussel daarvan?
Het verhaal van Mikael, de elfjarige jongen van Armeense afkomst die in Nederland geboren is, maar lijkt te worden uitgezet naar een land dat hij nooit heeft bezocht, lijkt op het eerste gezicht weinig met de EU te maken te hebben. Maar Mikaels situatie is verre van uniek: het debat over rechten van kinderen die in een EU-lidstaat zijn geboren en opgegroeid, maar niet de nationaliteit van die staat hebben, is in meerdere lidstaten gevoerd.
In verschillende EU-landen zijn er gevallen geweest waarbij volledig geïntegreerde kinderen geconfronteerd werden met uitzetting. Zo werden in Duitsland vier broers en zussen Nigeria uitgezet na hier jarenlang te hebben gewoond. Deze kinderen spraken vloeiend Duits, gingen naar Duitse scholen, en hadden geen band met het land waar ze naar teruggestuurd werden.
Bescherming binnen de EU
In Frankrijk waren er vergelijkbare situaties waarbij de dreiging van uitzetting boven de hoofden hing van kinderen die volledig geïntegreerd waren in de Franse samenleving.
In België speelde in 2021 ook een dergelijke zaak. Daar mocht een jongen waarvan de ouders de verblijfspapieren waren kwijtgeraakt, toch blijven. Dan moest er wel een voogd voor hem gevonden worden. De zaak ging naar het Europees Hof, waar uiteindelijk bepaald werd dat “in het belang van het kind” zijn ouders toch ook mochten blijven.
Dat het Hof dit heeft bepaald, kan wel positief uitpakken voor andere kinderen in dezelfde positie, denkt Anna Strolenberg (VOLT). Maar door het ontbreken van Europese regels zal het “zaak per zaak” toch elke keer weer verschillen, denkt Strolenberg. Als nieuw lid van het Europees Parlement gaat zij zich bezighouden met migratie.
Toekomstplannen
Strolenberg gaat ervan uit dat er geen Europese wetten zullen komen om deze kinderen beter te beschermen. “Daar willen de lidstaten zich niet aan branden.” Ook wel logisch, vindt ze. “Anders krijg je situaties waarbij ouders hun kinderen gaan meenemen om in het opvangland te mogen blijven.”
“Het hoogste wat we nu hebben is het VN-vluchtelingenverdrag“, vertelt ze. “Daar komt de regel ook uit dat er altijd in het belang van het kind gehandeld moet worden.” Overigens zijn in het migratiepact, dat voor de zomer werd gesloten, de rechten van kinderen juist ingeperkt. “Zij mogen nu zelfs in detentie gehouden worden. Dus het ziet er eigenlijk helemaal niet zo goed uit.”
Ondanks dat Europese regels er waarschijnlijk niet zullen komen, zou Mikaels geval mogelijk de aandacht voor dit onderwerp kunnen vergroten. Want, Mikael is zeker niet de enige, niet in Nederland en niet daarbuiten.
In de migratienieuwsbrief ga ik verder in op de vraag of Syrië een ‘veilig land’ is en wie dat bepaalt. Je leest ook dat mensenrechtenorganisaties niet willen dat asielrecht uitbesteed wordt, dat volgens de VN de Sahara dodelijker is dan de Middellandse Zee en de Europese grens- en kustwacht Frontex minder migranten ziet. Wil jij op de hoogte blijven? Abonneer je hier op de migratienieuwsbrief!