De grote vissen eten de kleine. Moeten kleine vissers daarom bevoordeeld worden bij de verdeling van de vangstquota? Die vraag staat ter discussie in de Europarlementscommissie Visserij. Daar wordt een ontwerpverslag behandeld over het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Enkele Nederlanders zijn alvast tegen.
Eerlijk verdelen
De Europese Unie is verantwoordelijk voor de jaarlijkse visquota, de hoeveelheid vis die elk land mag vangen elk jaar. De rapporteur op deze zaak, de Frans-Belgische Caroline Roose (De Groenen), stelt dat er te weinig wordt gekeken naar ecologische en sociale criteria. Zo zou het motorvermogen van vissersschepen (een economisch criterium) in overweging genomen moeten worden. Kortom: kleinere schepen bevoordelen ten opzichte van grotere schepen
Onzin, vindt Europarlementariër Peter van Dalen (CU), schaduwrapporteur – iemand die is aangesteld om de zaak op de voet te volgen – op dit rapport: “Roose wil met dit voorstel grotere schepen benadelen in de quotaverdeling. De lidstaten moeten zelf kunnen bepalen hoe de quota het beste verdeeld kan worden.” Volgens Van Dalen zou het voorstel van Roose nadelig uit kunnen pakken voor Nederlandse vissers die onder een buitenlandse vlag varen.
De visserij is overigens geen vreemd thema voor Van Dalen, het Europarlementslid van ChristenUnie is zojuist herkozen tot vicevoorzitter van de visserijcommissie in het Europees Parlement:
Geen Europese inmenging
Volgens SGP-er Bert-Jan Ruissen, tevens schaduwrapporteur op het rapport, moet er ook geen voorkeursbehandeling komen van kleinere vissers. Ruissen is bovendien voorstander van minder Europese inmenging op dit vlak: “De verdeling van vangstrechten is een bevoegdheid van de lidstaten. Dat moet op nationaal niveau blijven, want er kunnen grote verschillen zijn tussen de vloten van de landen”.
Dat Roose het historische component rond de quotumrechten op de schop wil doen, is volgens Ruissen ook onverstandig: “Vissers hebben stabiliteit en zekerheid nodig, zodat ze kunnen investeren en innoveren. Daarnaast opereren grotere schepen vaak efficiënter en minstens zo milieuvriendelijk”.