Het Hoekstra-probleem van Esther de Lange

6 min. leestijd

24 november is de dag die elke Brusselse politicus en journalist met rood omcirkeld heeft in de agenda. In Straatsburg staat een van de belangrijkste verkiezingen van het jaar op het programma: de Europese christendemocraten besluiten die dag wie hun kandidaat is voor het voorzitterschap van het Europees Parlement. 

En terwijl het politieke gevecht dat al maanden achter de schermen woedt zijn climax nadert, staat nog steeds één Nederlandse kandidaat op het slagveld overeind: de CDA-er Esther de Lange. Of ze het haalt, hangt af van de uitkomst van schimmenspel dat zo ondoorzichtig is dat alleen Europese politici de regels bedacht kunnen hebben. 

Complexe deal

Het begint met de ‘politieke overeenkomst’ die de christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen na de verkiezingen van 2019 sloten. Tientallen politieke benoemingen zijn erin geregeld. Uiteraard de post van voorzitter van het Europees Parlement, maar het gaat ook om allerlei functies dieper in de organisatie. 

Elke politieke familie moet in de juiste verhouding aan zijn trekken komen. En wat er in het Parlement gebeurt, moet ook nog eens in evenwicht zijn met de afspraken over de verdeling van de posten in de Europese Commissie, de Raad en bij clubs als de Eurogroep. Het is een minutieuze balansact om de deal rond te krijgen. Haal je er een legosteentje uit, dondert het hele bouwwerk in elkaar.

Cruciaal onderdeel van de deal is de afspraak dat het voorzitterschap halverwege de parlementaire termijn zou wisselen. De Italiaanse sociaaldemocraat David Sassoli zou zich niet herkiesbaar stellen en de post overdragen aan een nader te bepalen christendemocraat.

De Europese leider van de christendemocraten, Manfred Weber, zou voor de hand liggen als kandidaat, maar de Duitser is niet geïnteresseerd. Hoe dan ook is het lastig om een Duitser voorzitter te maken van het Parlement, als Duitsland ook al het voorzitterschap van de Europese Commissie heeft. Maar er speelt meer: mogelijk ziet Weber een toekomst voor zichzelf in de Duitse politiek, waar de CDU/CSU met het vertrek van Merkel nog steeds zonder leider zit. 

En dus is de Europese Volkspartij naarstig op zoek naar een alternatieve naam voor een van de machtigste banen in Brussel. Het is een proces dat gepaard gaat met veel nervositeit bij de christendemocraten. Want al hebben de drie grote partijen afgesproken dat het voorzitterschap in januari 2022 naar de conservatieven zou gaan, niets is nog zeker. 

Nerveus

Met argwaan staren de politieke groepen elkaar in de ogen: houdt de ander zich wel aan de afspraken? Er is kinnesinne in de Brusselse wandelgangen over grotere en kleinere personele wisselingen de afgelopen jaren. Niet alles zou altijd volgens de afspraken zijn gegaan. Zal bij de finale en geheime stemming in januari iedereen zich dit keer wel aan de afspraken houden? Of weigeren de sociaaldemocraten Sassoli terug te trekken?

Veel hangt nu af met wie de christendemocraten op de proppen komen. Is die naam zo vanzelfsprekend dat er met redelijkheid niets tegenin te brengen valt, dan zal het wel goed komen. 

Maar wie zou dat dan moeten zijn? Geen Duitser, dat is zeker. Een Oost-Europeaan? Misschien geen gek idee omdat dat deel van het continent zich onderbedeeld voelt en er grote conflicten spelen tussen ‘Brussel’ en de voormalige communistische landen. 

Ook voor een Zuid-Europeaan valt wat te zeggen. Al is het maar omdat de huidige voorzitter een Italiaan is en de geografische verdeling met een nieuwe Zuid-Europeaan dus in balans blijft. De naam van Roberta Metsola uit Malta gaat rond. 

Model-Europeaan

De Lange heeft zich nog niet formeel kandidaat gesteld. Dat gebeurt waarschijnlijk pas een paar dagen voordat haar fractie stemt. Als je op haar cv afgaat, is De Lange eigenlijk een model-Europaan. Ze werd in 1975 geboren als een Zuid-Limburgs ‘grenskind’. In haar jeugd begon Europa aan het eind van de straat. Als 14-jarige zag ze op tv de Berlijnse Muur vallen. Ze werd volwassen in een tijd van ongekend optimisme over een nieuw Europa en een continent in vrijheid.

Uiteraard nam De Lange als student deel aan het Erasmus-uitwisselingsprogramma van de Europese Unie. Ze ging een jaar naar Lyon, schreef een scriptie over het Verdrag van Amsterdam en haalde haar master Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Brussel. 

Daar vond ze ook haar eerste baan: als lobbyist voor de Duitse frisdrankenindustrie. Maar al voor haar 25ste verjaardag stapte ze als beleidsmedewerker over naar het Europees Parlement. Ze is er nooit meer weggegaan. In 23 jaar van junior tot parlementsvoorzitter. Het zou de politieke variant zijn van de spreekwoordelijke krantenjongen die miljonair wordt.

Politiek pleit De Lange voor een grotere rol van het Parlement. Ze maakt zich zorgen over de kwetsbaarheid van het Europese project. “Ons huis heeft een sterk fundament”, zei ze tegen Commissievoorzitter Ursula von der Leyen tijdens het debat over de Europese troonrede. 

De Nederlandse lobby

Hulp schijnt De Lange te krijgen van premier Mark Rutte. Weliswaar zijn ze geen partijgenoten, maar Rutte staat bekend als een man die zich in Brussel altijd hard maakt voor de hoogst mogelijke Nederlandse benoeming. Zo zette hij zich achter de schermen (tevergeefs) in om met de PvdA-er Frans Timmermans het voorzitterschap van de Europese Commissie voor Nederland binnen te halen. Nu zou hij de De Lange-lobby kunnen helpen door te proberen om via zijn collega’s in de Europese Raad te voorkomen dat er lastige tegenkandidaten komen.

Een lichtpunt voor De Lange is verder dat zij niet de enige Nederlander is met een stevige positie op de parlementaire apenrots. Ook Malik Azmani en Bas Eickhout zijn bij de liberale en groene fracties invloedrijk. Datzelfde geldt voor de PvdA-er Mohammed Chahim bij de sociaaldemocraten. De Nederlanders hebben onderling uitstekend contact en het valt te verwachten dat heren zich binnen hun fracties zullen inzetten voor De Lange.

Het Hoekstra-probleem

De Langes eigen partijleider Wopke Hoekstra is daarentegen als een blok aan haar been. De Nederlandse minister van Financiën wordt door politieke tegenstanders in Den Haag ‘de blokeerfries’ genoemd en heeft in Europa ook genoeg vijanden.

Bij de Zuid-Europese parlementsleden gaan de handen niet vanzelf omhoog om een voorzitter te kiezen uit een partij, wiens leider op het moment dat in Bergamo de mortuaria vol lagen met coronadoden, begon over de noodzaak van economische hervormingen. 

Het Europese imago van Hoekstra straalt – terecht of onterecht – af op De Lange. In de Zuid-Europese pers wordt ook zij omschreven als een ‘havik’, afkomstig uit een van de ‘zuinige landen’.
Hoekstra zal het moeten accepteren dat De Lange niet alleen maar aardige dingen over hem zal zeggen als ze een meerderheid wil halen. 

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie