Groningse economen brengen gevolgen Brexit in kaart

3 min. leestijd
A bar tender pulls a pint of beer decorated with EU Referendum beer taps in a pub in central London. (HANNAH MCKAY/EPA/CP)

Nederland behoort met Frankrijk, Duitsland, België en Ierland tot de landen die het meeste last hebben van de Brexit, naast het Verenigd Koninkrijk zelf. Het onderwerp lijkt wat op de achtergrond geraakt door andere prioriteiten, zoals de corona-pandemie, Afghanistan en de klimaatproblemen. Maar het zal vast binnenkort weer onze aandacht vragen, zeker vanwege de door Brexit weer opgelaaide ‘Ierse kwestie’.

Hoe staat het ondertussen met de ambities van Global Britain, na de bevrijding van ”de ketenen” waarin de EU het Verenigd Koninkrijk gevangen hield? Voor de nieuwsbrief Brussels Peil maakte Marko Bos, oud-econoom van de Sociaal Economische Raad (SER) een overzicht.

Handelsakkoorden

Het Verenigd Koninkrijk is erin geslaagd om vrijhandelsakkoorden te sluiten met een reeks van landen buiten de EU: Canada, Japan, Korea, Mexico, Noorwegen, Zwitserland en Turkije.

Deze akkoorden komen sterk overeen met de akkoorden die de EU eerder met deze landen sloot en waaraan het Verenigd Koninkrijk dus al meedeed voor het de EU verliet. Het gaat hier dus om schadebeperking, niet om mogelijke winst van het verlaten van de EU.

Geen succes bij de Amerikanen

Die winst dacht Boris Johnson wel te kunnen incasseren door het sluiten van een vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten. Donald Trump leek daartoe zeer genegen, maar de nieuwe president Joe Biden maakte de Britse premier afgelopen week duidelijk dat zo’n akkoord met het VK niet op zijn prioriteitenlijstje staat. Een flinke tegenvaller voor Johnson, die militair-strategisch wel een succes boekte met de afspraak met de Verenigde Staten en Australië over de levering van nucleair aangedreven duikboten en daarmee Frankrijk en de Europese Unie een hak zette.

De Britse tegenvaller op handelsgebied kunnen we dankzij een recente studie van drie Groningse economen – Steven Brakman, Harry Garretsen en Tristan Kohl – goed op waarde schatten. Door Brexit is de internationale handel van het VK met liefst 29% afgenomen. De inmiddels gesloten vrijhandelsakkoorden hebben de schade teruggebracht tot een krimp met 23 procent.

Onvoldoende compensatie

Een vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten zou de teruggang nog eens halveren, tot zo’n twaalf procent. En als het Verenigd Koninkrijk er vervolgens in zou slagen met alle andere landen in de wereld een vrijhandelsakkoord te sluiten, zou nog steeds een teruggang van de internationale handel met vijf procent resteren.
Kortom: de wereldeconomie is te klein om het Verenigd Koninkrijk voldoende compensatie te kunnen bieden voor het verbreken van de nauwe relaties met de EU-lidstaten.

In de internationale economische verhoudingen gelden de wetten van de zwaartekracht. Geografische nabijheid stimuleert de onderlinge handel. Als je die handel gaat belemmeren, valt dat nauwelijks te compenseren door het aanhalen van de handelsbetrekkingen met verder weg gelegen landen. Vanuit de Europese Unie bezien, is het alsof het VK zich door Brexit op de aardbol heeft verplaatst naar Groenland.

Geen personeel

Naast de teruggang in het goederenverkeer veroorzaakt Brexit ook andere schade. Bijvoorbeeld door het ontmoedigen van arbeidsmigratie uit de Europese Unie. Door het ontbreken van fruitplukkers, vleesverwerkers en vrachtwagenchauffeurs loopt de bevoorrading van winkels spaak. Dat zijn geen onvermijdelijke gevolgen van Brexit, maar wel van de vorm die de regering van Boris Johnson heeft gekozen.

De Groningse economen beperken zich tot hun vakgebied. Zij laten het risico van het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk, zoals door een mogelijke Schotse afscheiding, onbesproken.