Vorig jaar blokkeerde de Hongaarse president Viktor Orban nog een steunpakket voor Oekraïne van 50 miljard euro. Orban sprak zijn veto uit. Sinds woensdag lijkt er toch schot in de zaak te komen. Hongarije zit aan de onderhandelingstafel en praat mee over de manier waarop de EU Oekraïne van financiële steun kan voorzien.
Het gaat om twee verschillende zaken. Aan de ene kant is er het bedrag van 50 miljard euro. EU-landen willen dat gebruiken om Oekraïne te helpen, maar Hongarije ziet dat niet zitten. Dat is nog niet veranderd. Aan de andere kant is er discussie over, als dat geld naar Oekraïne gaat, hoe het uitbetaald wordt. En daar lijkt er licht aan het einde van de tunnel te zijn. Hongarije wil in ieder geval praten en volgens het Nederlands kabinet is dat een goed teken.
Hongarije heeft weliswaar een aantal eisen. Zo wil het land dat het geld niet in één keer naar Oekraïne gaat, maar dat er ieder jaar gekeken wordt of het wel nodig is en hoe dat precies gebeurt. De eis wordt gezien als een truc om ervoor te zorgen dat Hongarije ieder jaar opnieuw dwars kan liggen. Hongarije wacht nog steeds op geld uit EU-fondsen, dat door de Commissie is bevroren. Elk jaar opnieuw stemmen, betekent dat Hongarije nog vaak zijn veto in kan zetten voor de vrijgave van het geld.
Deze maand nog gaan het Europees Parlement en de lidstaten onderhandelen over hoe Oekraïne die steun kan krijgen. Tijdens de Europese top van begin februari wordt er opnieuw gepraat over de 50 miljard voor Oekraïne. De verwachting is dat Hongarije de onderhandelingen om het geld zal gebruiken om de eisen over jaarlijkse checks ingewilligd te krijgen.
