De provincie Friesland besluit uit de gemeenschappelijke lobby van Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) te stappen. SNN, waarin ook Groningen en Drenthe vertegenwoordigd zijn, zet zich in voor de belangen van Noord-Nederland in Den Haag en Brussel. Friesland vindt echter dat deze samenwerking niet genoeg aansluit bij de eigen behoeften en kiest ervoor om zelf te gaan lobbyen.
Frustratie
Er is al langer frustratie over de manier waarop de belangenbehartiging binnen SNN verloopt. In Friesland leeft het gevoel dat de lobby in de praktijk vooral voordelen oplevert voor Groningen en dat de provincie minder profiteert van Europese subsidies en andere investeringen. Bovendien wordt Groningen vaak als de ‘hoofdstad van het Noorden’ gepresenteerd, iets wat vooral binnen de Friese Nationale Partij (FNP) gevoelig ligt.
Daarnaast is er onvrede over het recente kabinetsbesluit om de Lelylijn-reserve van 3,4 miljard euro grotendeels te investeren in spoorverbindingen die gunstig zijn voor Groningen en Drenthe, zoals de Nedersaksenlijn tussen Veendam en Emmen. Friesland voelt zich hierdoor benadeeld, omdat de Lelylijn een project is dat specifiek voor de provincie belangrijk zou zijn. Een eigen lobby zou zich in het vervolg dus harder in kunnen zetten.
Zelfstandig
Volgens commissaris van de Koning Arno Brok biedt een zelfstandige lobby meer effectiviteit en slagkracht. Hij benadrukt dat het niet gaat om een breuk met de andere noordelijke provincies, maar om een praktische beslissing. Friesland zal op bepaalde terreinen nog wel samenwerken met Groningen en Drenthe, maar kiest ervoor om de eigen belangen direct en zonder tussenkomst van het SNN te vertegenwoordigen.
Niet alle Friese bestuurders zijn blij met deze stap. Burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden en burgemeester Jannewietske de Vries van Súdwest-Fryslân hebben aangegeven dat zij liever binnen de bestaande samenwerking waren gebleven. Zij vrezen dat Friesland door de stap minder toegang zal hebben tot bepaalde netwerken en projecten die via SNN worden geregeld.