Duitsland mag van de Europese Commissie 902 miljoen euro overmaken aan het Zweedse Northvolt, maker van duurzame batterijen, om een gigantische batterijenfabriek in Schleswig-Holstein te bouwen. Volgens Eurocommissaris voor Mededinging Margrethe Vestager zou het bedrijf anders naar de Verenigde Staten zijn getrokken.
“De productie van uitstootvrije apparatuur in Europa is van strategisch belang voor de Europese economie en samenleving,” stelt Vestager. “Het is cruciaal voor het bereiken van onze doelen op het gebied van schone mobiliteit, duurzaamheid en concurrentiekracht.”
Verder kregen de Fransen goed nieuws van de Commissie. Ook dit land mag 2,9 miljard euro staatssteun geven aan een rits bedrijven die batterijen, warmtepompen, windturbines en zonnepanelen produceren.
Heilig huisje
Tot voor kort zouden beide subsidiepakketten in strijd zijn geweest met de Europese staatssteunregels – hét heilige huisje van de Europese interne markt. De regels stellen strenge limieten aan het bedrag dat nationale overheden hun eigen bedrijven mogen geven. Dat moet zorgen voor eerlijke concurrentie binnen de EU en een subsidiewedloop tussen lidstaten voorkomen.
Maar diezelfde staatssteunregels zijn op losse schroeven komen te staan. De Fransen en Duitsers hebben lang gelobbyd voor soepelere regels. Beide industriële grootmachten denken door hun schaalvoordelen dat ze de concurrentiepositie van hun bedrijven kunnen verbeteren door hen financieel een duwtje in de rug te geven.
Veel kleinere lidstaten, waaronder Nederland, stuit dit tegen de borst. Kleinere lidstaten vrezen dat ze een subsidiewedloop tegen de twee grootste Europese economieën zullen verliezen, want zij kunnen minder diep in de buidel tasten. De vrees bestaat dat Nederlandse bedrijven hun geluk zouden beproeven in Duitsland of Frankrijk, waar ze een graantje van de royale subsidies kunnen meepikken.
“Tijdelijke” uitzondering
In maart presenteerde de Europese Commissie haar Tijdelijk Crisis- en Transitiekader (TCTF) waardoor de staatssteunregels dan toch een heel pak soepeler werden. Samen met andere maatregelen stelt het TCTF lidstaten in staat om bedrijven onmiddellijk te compenseren voor de stijgende energieprijzen en groene technologieën te subsidiëren. Denk hierbij aan zonnepanelen, batterijen of windturbines. In de tussentijd heeft de Commissie de tijdelijke maatregel op aandringen van Frankrijk en Duitsland al verlengd tot juni 2024.
De maatregel kwam er om bedrijven doorheen de energiecrisis te helpen. Maar ook grote groene subsidiepakketten in de Verenigde Staten (IRA) en China waren belangrijke beweegredenen. Brussel was bang dat Europese bedrijven de EU zouden verlaten.
Landen tegen elkaar uitspelen
Het meest controversiële onderdeel van het TCTF: een zogenaamde ‘matching clausule’. Wanneer een bedrijf de EU dreigt te verlaten omdat het elders een riante subsidie kan opstrijken, mag een lidstaat de staatssteunregels oprekken om zo een tegenbod te kunnen doen.
Critici zien de clausule echter als een rechtstreekse prikkel voor bedrijven om landen tegen elkaar uit te spelen en op deze manier zo veel mogelijk subsidies te ontvangen. Nieuwssite Politico maakte al de voorspelling dat de clausule de geschiedenis in zou gaan als een van de slechtste beleidskeuzes ooit.
Met de Duitse staatssteun aan batterijenfabriek Northvolt heeft een lidstaat voor het eerst met succes aanspraak gemaakt op de ‘matching clausule’. Is een subsidiewedloop nu onvermijdelijk?
“We hebben partnerschappen nodig om dat te voorkomen. Daar praten we ook over met de Amerikanen,” vertelt de Duitse economieminister Robert Habeck. De Duitser was “toevallig” in Brussel op het moment dat de Commissie het licht op groen zette. Hij was dus in de gelegenheid aan te sluiten bij de persconferentie. “Ja, er is een gevaar. Als twee landen subsidies geven, wordt het voor iedereen duurder. Dat is een realiteit.’
Van het inflatiespook tot het coronaherstelfonds, elke woensdag ontvang je een overzicht van de laatste ontwikkelingen. Abonneer je hier op de nieuwsbrief De week van de euro