Een Europees noodfonds met 500 miljoen euro is in de maak, waar ook de Nederlandse boeren van kunnen profiteren. Het geld is bedoeld voor iedereen die last heeft van de oorlog in Oekraïne. Morgen komt de Europese Commissie met een nadere invulling. Wie precies in aanmerking komt voor geld uit het noodfonds wordt de komende weken beslist.

Dat hebben de ministers van Landbouw tijdens hun maandelijkse vergadering in Brussel besloten. De Europese Commissie kijkt ook naar mogelijkheden om braakliggende grond opnieuw in productie te nemen. “Dat heeft voor Nederland niet veel gevolgen”, zo zei minister Staghouwer na afloop van de bijeenkomst. Boeren krijgen wel meer geld uit Brussel. De bedragen voor de zogenoemde inkomensondersteuning gaan omhoog.

Mest

Nederland kreeg tijdens de vergadering veel steun voor het plan om kunstmest te vervangen door echte mest. Op dit moment is er in de regels een verschil tussen kunstmest gemaakt van chemische grondstoffen en kunstmest gemaakt van dierlijke mest. “We hebben veel proeven gedaan de laatste tijd en we kunnen technisch gezien kunstmest maken op basis van dierlijke mest”, zo hield Staghouwer de vergadering voor.

Door de schaarste aan kunstmest, doordat de belangrijkste grondstof (kalium) uit Rusland komt en de hoge energieprijzen, is de weerstand in Brussel tegen het gebruik van dierlijke mest als kunstmest aan het verdwijnen. “We hebben niet alleen de steun van steeds meer lidstaten, maar ook de Europese Commissie laat haar reserves varen”, aldus de minister.

De Europese Commissie gaat de plannen nu verder uitwerken en komt snel met een voorstel. Staghouwer is tevreden. “Het zou een mooie oplossing zijn. Natuurlijk moeten we aan alle milieueisen voldoen en het lost niet het Nederlandse mestprobleem (we produceren meer mest dan we kunnen gebruiken) op, maar het zou op dit moment boeren wel helpen.”

Nederland heeft voorgesteld om de dierlijke kunstmestvervangers voor minstens acht jaar toe te staan, omdat er veel investering mee gemoeid zijn. En die kunnen globaal gesproken in tien jaar terug verdiend worden. Uiteindelijk hoopt de minister dat de regels zo kunnen worden aangepast dat het tijdelijk toestaan van de dierlijke kunstmest definitief geregeld kan worden door de nitraatrichtlijn aan te passen.