De Rekenkamer, schatkistwaakhond van de Europese Unie, heeft onderzocht of de Europese instellingen tijdens de pandemie een goede manier hebben gevonden om door te blijven werken. De accountants prijzen dat er “zelfs belangrijke beleidsinitiatieven” zijn vastgesteld, zoals NextGenerationEU en de zevenjarige begroting van 2021 tot 2027. De medewerkers van de instellingen zijn na het uitbreken van de pandemie binnen zes weken voorzien van thuiswerksets en konden zo allemaal doorwerken. Niet alle instellingen hebben dezelfde aanpak gehanteerd, omdat de coronaregels per lidstaat soms verschilden. De instellingen bevinden zich voornamelijk in België, Frankrijk en Luxemburg. 

Het thuiswerken heeft ook de digitalisering een zetje gegeven, ziet de Rekenkamer. Maar er is nog wel ruimte voor verbetering, staat in het rapport, met name in het digitaal factureren. Dat gaat nog vaak per post. Een andere, volgens de Rekenkamer positieve ontwikkeling: er zijn minder reisbewegingen gemaakt. Tijdens de pandemie hebben EU-medewerkers ontdekt dat fysieke vergaderingen soms vervangen kunnen worden door digitale bijeenkomsten. Dat is efficiënter én goed voor het klimaat, zegt de Rekenkamer.  

Stemmen op afstand

Er lagen in Brussel geen kantoordraaiboeken klaar voor het uitbreken van een pandemie. Zo kon er bijvoorbeeld niet op afstand gestemd worden in het Europees Parlement. Dat moest volgens de reglementen op locatie gebeuren. Vanaf maart 2020 konden Europarlementariërs plenaire stemmingen thuis doen, en vanaf april kon dat ook voor stemmingen in commissieverband. Ook hebben de Europarlementariërs ruim een jaar zonder Straatsburg gedaan. Daar vonden de eerste vergaderingen pas weer plaats in juni 2021.