In de strijd tegen vogelgriep in Europa worden ook vaccinaties ingezet. Dat hebben de 27 Europese landbouwministers dinsdagavond unaniem besloten in een overleg. Die vaccinaties zijn nog niet klaar en bevinden zich nog in de testfase. Het is van belang dat ze doeltreffend zijn, en veilig. Zo hoopt Nederland, waar sinds 1 januari 2022 al ruim 2 miljoen dieren zijn geruimd vanwege de vogelgriep, in de toekomst ruimingen te voorkomen. De uitbraak van dit jaar is de ergste in de recente geschiedenis.

Marker

Hierbij geldt een plicht. De verplichting een zogenaamd ‘markervaccin’ te gebruiken. Een markervaccin maakt het mogelijk een duidelijk onderscheid te maken tussen een dier dat gevaccineerd is en een dier dat niet gevaccineerd is. Want via een speciale test kan men zien of antistoffen in het dier opgewekt werden door infectie met het virus of door het vaccin. Sommige landen waarnaar geëxporteerd wordt willen namelijk geen vlees van gevaccineerde dieren uit angst voor negatieve effecten op de gezondheid. Omdat met het markervaccin het onderscheid tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde dieren duidelijk is, kan het niet-gevaccineerde vlees dus alsnog internationaal worden verhandeld.

Belangrijk is dat het vaccin als aanvullende maatregel moet worden gezien. Dat betekent vooralsnog niet dat ruiming – wat nu de meest ingezette maatregel is – geheel voorkomen kan worden. Wel kan het vaccin besmettingen verhinderen. Wat betekent dat er minder snel geruimd hoeft te worden. Bij de vaccinatie zijn de Europese landbouwministers voor een sterke regionale aanpak. Niet al het pluimvee vaccineren, maar alleen in gebieden met een hoge dierdichtheid. Dat heeft gevolgen voor bijvoorbeeld het gebied rond het Gelderse Barneveld, waar veel pluimveebedrijven zijn.