In de jaarlijkse reflectie op de staat van de rechtstaat in de Europese Unie deelt de Europese Commissie nu voor het eerst ook tips uit per land. Vergeleken met de andere EU-lidstaten is de to-dolijst voor Nederland kort, maar er is wel werk aan de winkel. Nederland “wordt nog steeds gezien als een van de minst corrupte landen in de Europese Unie en in de wereld”, begint de Europese Commissie. Maar: op het gebied van lobbyisme, draaideuren en belangenverstrengeling is nog ruimte voor verbetering.
Doe-het-zelf-onderzoek
Ministers en staatssecretarissen moeten voor hun aantreden aantonen dat hun nieuwe functie niet botst met hun eventuele zakelijke belangen, en tijdens hun ambtsperiode wordt van ze verwacht dat ze in de gaten houden of daar niet onverwachts verandering in komt. De Europese Commissie vindt nu dat dit te informeel geregeld is: belangenverstrengeling wordt nu tegengegaan met een soort ‘doe-het-zelf-onderzoek’ van het kabinet, en goedgekeurd met een brief van de premier. Dat zou anders moeten vindt de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid moet niet enkel bij het individu gelegd worden. De kabinetsleden moeten via wetgeving verplicht worden tot transparantie: met enige regelmaat moeten zij controleren of er sprake is van botsende belangen.
Draaideurpraktijken voorkomen
De Europese Commissie roept Nederland ook op om haast te maken met het voorkomen van belangenverstrengeling en draaideurpraktijken voor kabinetsleden. Een gedragscode met heldere sancties moet voorkomen dat onwettelijk wordt gelobbyd, dat cadeaus worden aangenomen of nevenactiviteiten plaatsvinden die niet te rijmen zijn met integer bestuur. Ministers en staatssecretarissen moeten tot een ‘afkoelperiode’ van twee jaar verplicht worden, stelt de Commissie voor. In die tijd mogen ze dan niet aan de slag gaan in het veld waar ze zich tijdens hun ambtsperiode mee bezighielden.
Maar dat gebeurt nog wel eens in Nederland. Radioprogramma Dit is de Dag rekende in 2021 zelfs uit: sinds 2017 was vier op de tien van de landelijke oud-politici aan de slag gegaan als lobbyist, zowel kamerleden als kabinetsleden. VVD’ers spanden de kroon, gevolgd door politici van CDA en D66. Recente voorvallen: oud-minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) ging aan de slag bij lobbyclub Energie-Nederland, staatssecretaris Stientje van Veldhoven (zelfde ministerie, D66) verliet haar post voortijdig om bij een duurzame ngo te gaan werken. Zij kregen een paar weken na hun overstap een lobbyverbod opgelegd voor hun oud-ministerie. Deze voorvallen waren aanleiding voor Kamerleden om voor een lobbyregister te stemmen. Dat wordt nu vormgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Het is niet een uitsluitend Haags probleem: deze week nog werd bekend dat oud-Eurocommissaris Neelie Kroes (VVD) zonder toestemming lobbyde voor taxiplatform Uber, nog tijdens haar ‘afkoelperiode’. Dat laat zien: een afkoelperiode heeft stevige handhaving nodig.
Europese waakhond
Het is geen nieuw geluid uit Brussel, maar wel een aanhoudend geluid. De Europese anti-corruptiewaakhond van de Raad van Europa, GRECO, heeft Nederland in rapporten al meermaals opgeroepen iets te doen aan de lobbyregels, of het gebrek daaraan.