Europees Parlement viert zeventigste verjaardag

Met heel wat handjes schudden, onderonsjes in de grote vergaderzaal en speeches van topmannen en topvrouwen; zo vierde het Europees Parlement haar zeventigjarig bestaan.

3 min. leestijd
EP Plenary session – Solemn ceremony of the 70th anniversary of the European Parliament

Het begon allemaal met een plan van zes Europese landen om kolen- en staalindustrie gemeenschappelijk te beheren. Ons land was erbij – samen met België, Duitsland, Frankrijk, Italië en Luxemburg – toen in 1952 de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in werking trad. Het was de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Dirk Stikker die in een jaar eerder in Parijs zijn handtekening onder het verdrag zette.

In 1952 hielden 78 vertegenwoordigers van de zes landen de eerste Gemeenschappelijke Vergadering van de EGKS. Daarbij werd het Europees Parlement, zoals we dat vandaag kennen, geboren. Hoe kijkt het Europees Parlement van vandaag terug op de afgelopen zeventig jaar?

Trots met een vleugje bescheidenheid

Na heel wat handen te hebben geschud alsof het haar eigen verjaardag was, begon de voorzitter van het Europees Parlement Roberta Metsola aan haar speech ter ere van de zeventigste verjaardag van de Europese instelling. De afgelopen zeventig jaar heeft het Europees Parlement flink wat uit de kast getrokken om Europa “een klein beetje veiliger, een klein beetje eerlijker en een klein beetje gelijker te maken”, vervolgt Metsola. Op welke manier het Europees Parlement daaraan heeft bijgedragen? Door met haar medewetgevende krachten als onafhankelijke politieke instelling “de belangen van de Europese burgers te beschermen en de stem van 500 miljoen mensen te weerspiegelen en te versterken”, aldus de voorzitter.

Hoewel Metsola samen met vele anderen in de zaal erg trots is op het werk van het Europees Parlement, liet ze ook weten dat het Parlement bescheiden moet blijven. “Ik ben hier niet om te zeggen dat we perfect zijn, want dat zijn we niet. Onze manier van werken frustreert soms, de vooruitgang is niet altijd snel, diepgaand of gemakkelijk genoeg”, zei ze. En als het aan Metsola ligt is het Parlement altijd onderhevig aan verandering: “We moeten blijven hervormen en aandringen op positieve verandering, dag in, dag uit”, zei Metsola ten slotte.

Geschiedenis induiken 

Om het zeventigjarig bestaan van het Europees Parlement in de grote vergaderzaal in Straatsburg uitvoerig onder de aandacht te brengen, had Metsola de leiders uitgenodigd van drie EU-lidstaten die aan de wieg van de EGKS stonden. Premier Alexander De Croo van België, premier Xavier Bettel van Luxemburg en premier Élisabeth Borne van Frankrijk mochten een woordje doen. 

De Croo drong er namens de EU-burger bij het Europees Parlement op aan Europese maatregelen te nemen tegen de energiecrisis. België is één van de EU-landen die al langere tijd hamert op het invoeren van een Europees energieprijsplafond. De Belg greep vandaag in Straatsburg zijn kans om het Parlement nog maar eens te wijzen op die mogelijkheid om de energiecrisis aan te pakken. Alhoewel de Europese Commissie continu werkt aan voorstellen over onder meer EU-brede prijsplafonds, blijven daadwerkelijke plannen nog even op de tekentafel liggen.

De Croo zou daarom graag zien dat het Parlement in de toekomst het voortouw zou nemen. Want de EU-burger begint ongeduldig te worden. En waarom juist het Parlement dat ongeduld wellicht het beste kan sussen? Omdat die EU-instelling democratisch is verkozen door de Europese burgers, en dus horen Europarlementariërs van hun achterban welke problemen er spelen in de lidstaten. “Dit Parlement heeft daarom het beste beeld van het ongeduld dat bij haar burgers speelt”, zei De Croo. “De Europeanen zien dat de energiemarkt internationaal georganiseerd is, niet enkel nationaal”, zei hij. En als vertegenwoordiger van het Europese volk is het Parlement het beste in staat om daar zijn blik op te werpen en met een oplossing te komen, stelt De Croo.