Europa heeft andere ambitie nodig

De senatoren in de Eerste Kamer hebben deze week een groot debat over de Europese Unie gehouden. Over de toekomst van de euro, de migratieproblemen, de oorlog in Oekraïne, meer of minder Europa. Het kwam allemaal aan de orde. De komende dagen publiceren we een aantal interessante bijdrages. Om te beginnen oud-minister en nu Eerste Kamerlid Ben Knapen van het CDA.

8 min. leestijd

Een paar maanden geleden hield de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer een hoorzitting over de euro. Er waren interessante, inzichtelijke analyses van economische en monetaire coryfeeën. En ja, misschien moesten we zelfs wel weer eens nadenken over de gulden, want het blijft toch behelpen met een munt voor een land dat niet bestaat. Maar wat zo fascinerend was wat mij betreft, dat was de bijna complete afwezigheid van een internationale politieke oriëntatie. Het ging over renteverschillen, over de Italiaanse staatsschuld.

Zoiets zie je vaker in ons land, een beschouwing van de Europese Unie als een lange stapel uiteenlopende dossiers, allemaal met hun eigen merites, hun eigen complexiteit en hun eigen experts: stikstof, staatssubsidie, de Dublinverordening, mestderogatie, taxonomie, staatssteun en wat al niet. Daarom is het goed dat we vandaag met de minister van Buitenlandse Zaken van gedachten wisselen, want dat departement heeft geen specifieke vakdossiers of sectorale belangen te behartigen en moet het overzicht houden. Idealiter ordent het deze dossiers van vakdepartementen op zo’n manier dat ons Nederlandse kraampje er op de jaarmarkt van nationale belangen, die Brussel toch ook is, goed uitziet en op de juiste plek staat.

Geen goed DNA

De allesoverheersende prioriteit in Europa van deze tijd onttrekt zich echter aan al die sectorale sores, waar we vaak zo goed in zijn. Urgent is iets groters: hoe beschermen we onszelf in dit deel van de wereld tegen grote militaire, politieke en politiek-economische bedreigingen van buitenaf? De Europese Unie is daar nooit voor opgericht, heeft dit ook niet in haar DNA en leeft eigenlijk van rechtsregels, van een open multilaterale wereldorde. Het is in zekere zin een postnationaal project, maar dan dus nu helaas in een wereld vol oplaaiend nationalisme. 

Deze veiligheidsprioriteit zagen we de laatste jaren natuurlijk al langzaam op ons afkomen. Rusland zakte terug in een negentiende-eeuws sentiment van rauwe kolonisatie en nationalistische romantiek. China integreerde niet langer in een multilateraal stelsel, maar werd weer meer autoritair, agressief, nationalistisch. In Amerika kon je verkiezingen winnen met America First. Alle voortekenen waren er, maar het onweer barstte voor iedereen hier in Europa toch pas echt voelbaar goed los op 24 februari 2022. 

Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog valt een land gewoon weer een ander land binnen om het te veroveren, schaamteloos en met praatjes die doen denken aan Hitler en de Sudeten-Duitsers. Deze minister heeft zich vanaf het begin ingespannen om een gezamenlijk Europees antwoord te bevorderen. Daarvoor complimenten. Er is reden om trots te zijn op de gezamenlijkheid, of het nu gaat om sanctiemaatregelen of om snelle militaire hulp, ook vanuit Europese fondsen. Dat neemt niet weg dat de wereld op zijn kop staat en de welvaart en het welzijn van dit deel van de wereld op het spel staan zoals niet eerder sinds de oprichting van de Europese Unie.

Zeitenwende

Verontrustend daarbij is dat de landen die voor regie en sturing zouden kunnen, ja, moeten zorgen, zich amper raad weten met deze situatie. Duitsland dacht het voor de Oekraïneoorlog redelijk op orde te hebben met goedkope energie uit Rusland, een industrieel power house in eigen land en China als dynamische handelspartner. Frankrijk was het land met een martiale traditie, de beste antenne voor geopolitieke verhoudingen, een militaire aanwezigheid in Afrika en een voortrekkersrol in het Europese streven naar meer autonomie in een veranderend krachtenveld in de wereld.

Groot-Brittannië heeft zich eigenlijk nooit verantwoordelijk gevoeld voor het wel en wee van de Europese Unie en is afgehaakt. Wij betreuren dat, maar het kan ook voor wat meer vaart zorgen in de Europese Unie zelf. Maar zie wat er inmiddels van over is. Duitsland heeft weliswaar een Zeitenwende aangekondigd, maar wie vraagt waarheen die wende moet leiden, hoort op dit moment eigenlijk voornamelijk kakafonie. De Franse president zien we amper nog als voortrekker.

We zijn zichtbaarder dan ooit en sinds de val van de Muur totaal aangewezen op de Verenigde Staten. Zowel kwantitatief als kwalitatief leiden zij de steunoperatie voor Oekraïne. President Biden was voor ons in zekere zin een godsgeschenk. We moeten er liever niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als Poetin zijn ‘Heim ins Reich’-operatie onder president Trump was gestart of — realistischer misschien — wat er zou gebeuren als hij het met zijn oorlog uitzingt tot er weer een Republikein in het Witte Huis zit, want onder hen winnen de geluiden aan kracht die zeggen dat Amerika niets te zoeken heeft bij zo’n ‘ver weg’-conflict in een Europese regio en dat Europeanen dat zelf moeten uitzoeken.

China

Wij zijn ineens heel kwetsbaar geworden, want daar komt nog iets bij. Vanuit Amerikaans perspectief is de dominante bedreiging in de wereld de opkomst van China. Niets verenigt Republikeinen en Democraten nog, behalve het ene gegeven dat China het gemunt heeft op de Amerikaanse welvaart en veiligheid. In Azië worden nieuwe allianties gesmeed om Chinese agressie een halt toe te roepen. 

Ja, zelfs in de meest recente NAVO-strategie gaat het voor het eerst pagina’s lang over China. In de Europese Unie beschikken we noch over de capaciteiten, noch over de autonomie, noch over de strategie, noch over de eensgezindheid om hier een rol in te kunnen spelen. We bespeuren hoe de Verenigde Staten ons in verlegenheid brengen met hun protectionisme. Een Amerikaanse president kan zijn auto-industrie een duw geven met fikse belastingvoordelen, gewoon uit de federale kas. Wij kunnen dat niet in Europa. 

Want of het zijn de lidstaten die uit eigen kas hun bedrijven subsidiëren en dan kunnen de rijke lidstaten hun gang gaan en worden die nog rijker, en zijn de armere lidstaten de klos en drijft de Unie verder uiteen. Of we doen zoiets gezamenlijk met Brusselse fondsen, maar dan gaan in Berlijn en Den Haag de alarmbellen af, omdat “zij” er met “onze” centen vandoor gaan. We zien hoe de Verenigde Staten ons in verlegenheid brengen met hun tegen China gerichte streven naar ontkoppeling, want China is onze belangrijkste handelspartner. Anders dan Amerika hebben wij geen grondstoffen van betekenis. Ook hebben wij geen vriendelijke buur met nog meer waardevolle spullen in de grond, zoals Amerika dat wel heeft. Alle onheil in de wereld lijkt ons al het ware te overkomen, zonder dat wij er enige greep op hebben, terwijl het best beangstigend is om te zien hoe er zowel vanuit China als vanuit Amerika een soort frame aan het ontstaan is van onvermijdelijkheid, van determinisme waarbij een bestaande en opkomende supermacht nu eenmaal gedoemd zijn tot oorlog.

Wantrouwen

In theorie zou Europa zo snel mogelijk zijn eigen boontjes moeten zien te doppen en zou Europa geen speelbal moeten worden in een wereld van anderen, maar dat vraagt nogal wat. Het vraagt vergaande politieke, militaire en dus ook budgettaire integratie. Maar zien we dat gebeuren, met zo veel onderling wantrouwen tussen lidstaten, met alle risico’s dat binnen lidstaten zelf nationalistische tegenreacties de overhand krijgen. Niemand wil zijn vingers branden of verdeeldheid zaaien, en dat is heel begrijpelijk. Je proeft in de belangrijkste lidstaten vooral verlegenheid. Dat geldt ook voor ons eigen land. We kijken een beetje de kat uit de boom, en nogmaals, dat is best te snappen. 

Een regering kan geesten rijp maken, maar dient niet te ver voor de troepen uit te marcheren. Dat is zelden effectief en leidt vaak tot het tegendeel van wat men beoogt. Toch is het goed om het te hebben over een geopolitiek slagvaardig Europa en over wat dat allemaal betekent, en om daar een eerlijke discussie over te voeren zonder taboes. Dat is in eerste instantie misschien niet aan een kabinet, maar aan ons, aan deelnemers in het publieke debat. Misschien weten we niet precies waar we uitkomen, maar we moeten die discussie wel voeren, niet omdat we nu onmiddellijk een Europese metamorfose zullen kunnen bewerkstelligen, maar simpelweg om er klaar voor te zijn als de gelegenheid zich voordoet en dan ook het juiste te doen.

Niemand kent dat moment of weet hoe dat eruitziet of wanneer het zich voordoet, maar de loop van de geschiedenis wordt vaak bepaald door een wisselwerking tussen ideeën en gebeurtenissen. Zonder gebeurtenissen blijven ideeën veelal slechts ideeën. Zonder ideeën blijven gebeurtenissen meestal slechts vormeloze dingen, die komen en gaan. Het is juist de wisselwerking die zorgt voor de juiste reflexen van verantwoordelijke politici op het juiste moment. Wij hebben — zo is mijn vaste overtuiging — in Europa nog altijd de keuze om onze toekomst zelf vorm te geven, dan wel om stap voor stap een speelbal van externe krachten te worden, net zo goed als wij in Nederland nog altijd de keuze hebben hier een aanjagende rol in te spelen, dan wel een reactieve toeschouwer te zijn. Zo goed en zo kwaad als het kan doormodderen zou ons lot kunnen zijn. Dat is zeker niet uitgesloten. Misschien is dat inderdaad onze bestemming, maar, ik veroorloof mij toch deze verzuchting: onze ambitie zou een andere kunnen en wat mij betreft moeten zijn.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie