De Europese ministers van Defensie hebben groen licht gegeven voor het plan van de Europese Commissie om het Oekraïense leger structureel te gaan trainen. Hoeveel Oekraïners les gaan krijgen in de Europese Unie en waar die trainingen gaan plaatsvinden is nog niet besloten. 

“Een aantal landen, zowel dichtbij Oekraïne als landen wat verder weg hebben aangegeven dat de trainingen bij hen kunnen plaatsvinden”, zei de Nederlandse minister Kasja Ollongren tegen de Nederlandse pers na afloop van de vergadering in Praag. Of ook Nederland militaire oefenterreinen vrijmaakt voor de trainingen van Oekraïners, vertelde ze niet.

Nu al krijgen soldaten uit Oekraïne in West-Europese landen les. Zo verzorgt het Verenigd Koninkrijk voor veel Oekraïners een militaire basistraining en geven landen die wapens doneren aan Oekraïne specialistische trainingen om met die systemen om te gaan. Nederland traint in Duitsland bijvoorbeeld Oekraïners om de pantserhouwitsers te bedienen die ons land, samen met de Duitsers, aan Oekraïne heeft overgedragen.

Type training beslist Kiev

De nieuwe trainingen die de Europese Unie nu gecoördineerd gaat opzetten zijn bedoeld als een meer structurele scholing om de kwaliteit van het Oekraïense leger te verbeteren. Het gaat zowel om het direct trainen van soldaten als om het trainen van trainers.

Als voorbeeld van het type training waar het om gaat, noemde ze de scholing die Nederland en Duitsland gezamenlijk geven in het onschadelijk maken van mijnen. Maar waarin uiteindelijk onderwezen gaat worden, hangt af van de behoefte van het Oekraïense leger.

“Het opzetten van trainingsmissies waar ook ter wereld, is iets waar Europa veel ervaring in heeft. Het is een van de pluspunten van de Europese Unie”, zei Ollongren over de meerwaarde van een gecoördineerd Europees optreden. 

De scholing zal plaatsvinden in de Europese Unie. Het is niet de bedoeling dat Europese militairen naar Oekraïne gaan om militairen te trainen. Dat betekent dus dat er nog meer dan nu het geval is Oekraïense militairen heen en weer gaan reizen tussen hun eigen land en de Europese Unie. 

Of Rusland dat zal zien als een inmenging in de oorlog die tussen de twee landen woedt, is voor Ollongren ‘geen overweging’. “Ik durf totaal niet in te staan voor wat de Russen allemaal denken of vinden”, zei de minister. 

Samen nieuwe wapens kopen voor Oekraïne

Ollongren en haar collega’s besloten ook om de wapenvoorraden van de verschillende lidstaten aan te vullen door gezamenlijke bestellingen te plaatsen bij de industrie. In veel landen zijn de voorraden vanwege de wapenleveringen aan Oekraïne flink gekrompen. 

Aan welke wapens, munitie of onderdelen Nederland nu een tekort heeft, wilde de minister niet zeggen. Door de aankoop van nieuw spul te coördineren, willen de ministers voorkomen dat de EU-lidstaten met elkaar concurreren om schaarse middelen. 

“De gezamenlijke inkoop van spullen is een hartstikke mooie stap. We hebben allemaal uit voorraad geleverd aan Oekraïne. De voorraden moeten worden aangevuld. De druk op de Europese industrie is heel hoog. De prijzen stijgen. Er zijn problemen met grondstoffen en productielijnen, die niet snel genoeg open kunnen. We moeten oppassen dat nu we weliswaar meer geld te besteden hebben, we straks minder spullen daarvoor terugkrijgen”, zei Ollongren.

Naast het aanvullen van de eigen voorraden lopen er ook gesprekken tussen de EU-lidstaten en de Europese wapenindustrie om directe levering van nieuwe wapens aan Oekraïne mogelijk te maken.