Veredeling is planten selecteren op basis van goede eigenschappen, zoals de aanwezigheid van meer vruchtvlees of een betere bestendigheid tegen ziektes. Je kan deze techniek vergelijken met het fokken van dieren. Bij de nieuwe veredelingstechnieken gaat het echter om methoden waarbij eigenschappen in een gewas worden gebracht met behulp van biotechnologie zoals CRISPR-Cas. Deze genetisch aangepaste planten worden ook ‘GMO’s’ genoemd.
Knippen in DNA
CRISPR-Cas knipt, als was het een schaartje, het DNA van een plant op een specifieke plaats weg. Een bepaalde eigenschap is dan verdwenen. Zo kan je het stukje DNA van appels dat ervoor zorgt dat ze bruin kleuren wegknippen waardoor de appels niet bruin meer worden. Op deze manier kan je sneller efficiëntere planten, groenten en vruchten kweken dan op de klassieke manier.
In heel wat landen, in Zuid-Amerika bijvoorbeeld, is dit al toegestaan. Maar de EU hanteert sinds het begin van de eeuwwisseling strenge regels omtrent het genetisch aanpassen van gewassen. Dit vanwege ethische overwegingen en bezorgdheden over de gezondheid. Nu de technologie zich sterk ontwikkelt, klinken de stemmen die pleiten voor het versoepelen van de Europese regels steeds luider. De gevaren voor de gezondheid zouden geweken zijn. Daarom wil de Europese Commissie de regels over het genetisch aanpassen van gewassen ook versoepelen.
Geen gevaar
Ook de EU-voedselwaakhond EFSA ziet geen gevaar of risico’s meer in het gebruik van de nieuwe plantenveredelingstechnieken. Zolang de aanpassing ook op natuurlijke wijze had kunnen gebeuren, zoals bij de klassieke plantenveredelingstechnieken, ziet de waakhond geen probleem.
De reden dat de EFSA zich hierover gebogen heeft: de Franse voedselwaakhond (Anses) plaatste vraagtekens bij de gelijke beoordeling van klassieke en nieuwe plantenveredelingstechnieken. Het Europees Parlement wilde vervolgens verduidelijking van de EFSA. Die concludeert nu dat je de twee verschillende veredelingstechnieken gelijk kan beoordelen.
Discussie tussen lidstaten loopt vast
Hoewel de Commissie en het Parlement de versoepeling van regels over genetisch aanpassen wel zien zitten, loopt de discussie bij de lidstaten (de Raad) vast. Veel lidstaten zien namelijk de versoepeling niet zitten. Verschillende EU-voorzitters hebben al geprobeerd tot een akkoord te komen. Vorig jaar probeerde Spanje de discussie af te ronden, waarna België het ook heeft geprobeerd. Allebei zonder resultaat. Hongarije, als huidige voorzitter van de EU, heeft het onderwerp nu opnieuw op de agenda gezet.
De Nederlandse overheid is altijd een voorstander geweest van het versoepelen van de regels. Nederland heeft dan ook sterk gelobbyd bij de Commissie om de regels aan te passen, samen met de Wageningen Universiteit WUR en landbouwbedrijven.