EU-miljarden verdwalen: Rekenkamerlid Stef Blok slaat alarm over stijgend aantal fouten in begroting

Miljarden euro’s aan Europees geld kwamen vorig jaar niet op de juist plek terecht. De Europese Rekenkamer trekt aan de alarmbel.

4 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

“Ik schrik er toch weer van”, Europees Rekenkamerlid Stef Blok windt er geen doekjes om. “Dit schaadt het vertrouwen in de overheid en de Europese Unie. Hier kunnen we niet lichtvaardig mee om gaan.”

Het is ondertussen al het vijfde jaar achter elkaar dat het Europese huishoudboekje geen goed cijfer krijgt van de Europese Rekenkamer. Waar de foutenmarge in de Europese begroting in 2022 nog 4,2 procent bedroeg, is het vorig jaar alweer opgelopen naar 5,6 procent. Een snelle rekensom leert dat 10,7 miljard euro aan Europees geld niet op de juiste plek terechtkwam in 2023. 

Het hoge foutenpercentage is de Nederlandse regering al jarenlang een doorn in het oog. Bij elke onderhandeling over het verhogen van de Europese begroting hamert Nederland er weer op dat de bestaande middelen eerst maar eens wat nauwkeuriger moeten worden uitgegeven. 

Bestedingsdruk

Een mogelijke verklaring van het stijgende foutenpercentage is dat we het einde van de Europese begrotingsperiode naderen. De EU stelt om de zeven jaar een nieuwe begroting op. De vorige periode liep officieel van 2014 tot 2020, maar daarna was er nog drie jaar de mogelijkheid om projecten in te dienen er betaald voor te krijgen. Daardoor wil men nu nog snel Europese projecten afwikkelen die gefinancierd werden uit de vorige begroting, waardoor er fouten insluipen.

Voor de duidelijkheid: het geschatte foutenpercentage is geen graadmeter voor fraude, inefficiëntie of verspilling. Het zegt alleen iets over de hoeveelheid geld die niet terechtkwam waar het volgens de Europese en nationale regels had moeten terechtkomen. 

Cohesiegeld

Het is vooral het cohesiegeld, de subsidiepot voor achtergestelde regio’s, waar het helemaal in de soep loopt. Maar liefst 9,3 procent van het Europese geld uit deze pot kwam niet op de juiste plaats terecht. 

Een mogelijke verklaring hiervoor is dat nationale overheden onder druk staan om geld uit concurrerende EU-fondsen snel uit te geven. Blok vertelt dat het ook komt doordat er vaak veel regels nodig zijn om een cohesiesubsidie te berekenen. Daarbovenop is er een groter risico als gemaakte kosten gedeclareerd moeten worden. Denk aan de kost van een onderzoeker die aan verschillende projecten werkt, waarvan er maar één wordt gesubsidieerd uit een EU-fonds. Dan wordt het al snel ingewikkeld om te berekenen

Als voorbeeld van een Europese uitgave waarbij er een veel lager risico is, noemt Blok landbouwsteun op basis van het aantal verbouwde hectares. “Dat is goed te meten en het heeft een simpele rekenregel als grondslag. We zien bij onze controles dat dit minder fouten oplevert.”

Coronaherstelfonds

Ook over de uitgaven van het coronaherstelfonds maakt de Europese Rekenkamer zich grote zorgen. Om de economische schade van de pandemie te verwerken, konden lidstaten aanspraak maken op dit fonds, op voorwaarde dat ze dit geld aan structurele hervormingen zouden besteden.

Het is echter moeilijk voor de Rekenkamer om het coronaherstelfonds te controleren omdat de doelstellingen waaraan landen moeten voldoen om geld te krijgen veel minder scherp zijn. Een voorbeeld dat Blok geeft: Italië kreeg geld uit het coronaherstelfonds om zijn cybersecurity te versterken. De controleurs van de Rekenkamer stelden vast dat de Italianen wel analyses hadden gemaakt, maar geen concrete projecten hadden opgezet. Is er dan voldaan aan de doelstelling? 

Bovendien is het nog altijd niet duidelijk hoe de EU het coronaherstelfonds gaat aflossen. De Europese Commissie heeft het geld immers geleend op de kapitaalmarkten. Daarbij was het de bedoeling dat de Commissie met voorstellen ging komen om meer eigen rechtstreekse inkomstenbronnen te krijgen, maar de lidstaten zijn het daar nog altijd niet over eens. 

Op dit moment loopt er een discussie over in hoeverre de Commissie zelf moet controleren of het geld uit het coronaherstelfonds goed is besteed. De Commissie vindt dat het enkel moet kijken of de brede doelstellingen zijn gehaald en dat het verder de verantwoordelijkheid van de lidstaten is. De Rekenkamer vindt dat de Commissie ook in de bonnetjes moet duiken om te kijken of alle kosten redelijk zijn.