Esther de Lange: “Alleen dingen hálen is in Brussel slecht houdbaar”

Brussel draait op het informele, maar voornamelijk ook op coalities. En deze vergen compromissen. Volgens Esther de Lange werkt het dan ook niet om alleen een hoop te komen halen in de Europese hoofdstad. Er is ook een andere manier denkbaar.

3 min. leestijd

Nederland moet niet alleen dingen willen halen in Brussel. Dat werkt daar zo niet. Het is een kwestie van geven en nemen. Dit maakte Esther de Lange, kabinetschef van Eurocommissaris Wopke Hoekstra, duidelijk tijdens een bijeenkomst van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).

Vandaag kwamen de medewerkers van het landbouwministerie bij elkaar om het een dag lang te hebben over hoe je Europees beleid beïnvloedt. Esther de Lange was uitgenodigd voor het geven van de keynotespeech. Ze gaf de ambtenaren een snelcursus succesvol-lobbyen-in-Brussel, waarna het tijd was voor vragen uit de zaal. Dat werd al snel interessant, want hoe pas je haar goede adviezen als ‘kom de ander tegemoet en toon begrip’ toe, als je op basis van het hoofdlijnenakkoord voornamelijk naar Brussel trekt om er een hoop te halen?

Halen door iets te geven

Volgens het hoofdlijnenakkoord wil de regering namelijk graag veel in Brussel regelen. Zo zetten ze in op het regelen van uitzonderingen voor Nederland op de Europese Nitraatrichtlijn. Daarnaast zet het kabinet ook in op het regelen van een opt-out voor migratie en wil ze de afdracht aan de EU-begroting vanaf 2028 met 1,6 miljard euro korten.

Maar, zo stelt De Lange, als Nederland zegt ‘wij willen minder bijdragen’ is de Brusselse reflex: prima, maar dan willen wij (de andere lidstaten) ook wat. Zij ziet daarom heil in een andere aanpak. Volgens haar is er een situatie denkbaar waarbij je meer resultaten behaalt door ook iets te geven. Als je bijvoorbeeld financieel juist gééft, haalt Nederland iets heel belangrijks binnen: inspraak op de besteding van de EU-begroting.

Hoe, niet hoeveel

Wat haar betreft, heeft Nederland er veel meer baat bij dat het iets te zeggen krijgt over hóé het geld wordt besteed. Niet hoeveel – of juist weinig – zijn afdracht is. Met inspraak zou Nederland namelijk kunnen eisen dat de begroting een stuk flexibeler inzetbaar wordt dan tot nu toe het geval is geweest. In het geval van crises was het voor de Europese Unie namelijk lastig te reageren. De begroting was in beton gegoten. Met inspraak zou Nederland kunnen aansturen op dat lidstaten bijvoorbeeld landbouw juist innovatief in plaats van ouderwets aanpakken.

“Ik ben bang dat als de hoofdboodschap blijft, ‘die 1,6 miljard moet eraf’, het lastig zal worden om invloed te hebben op de besteding (van EU gelden, red.).” Volgens haar wordt het in dat geval nog een lange weg, waar iedereen het de komende twee jaar druk mee gaat hebben.