De regeringsleiders hadden vrijdag een informele bijeenkomst. Er zijn geen besluiten genomen, maar er is wel ‘diepgaand gepraat,’ vertelt premier Rutte achteraf. De lidstaten vinden allemaal dat de energieprijs omlaag moet, maar hoe dat moet, blijft nog de vraag.

Kritiek op Nederland ‘valt mee’

Vanuit sommige lidstaten en Eurocommissarissen klinkt kritiek op Nederland en Duitsland: die landen gooien relatief veel geld in de strijd om eigen burgers en bedrijven te verlichten van de hoge energierekening. Duitsland zet een pakket van 200 miljard euro in. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie, is de vrees. Rutte vond de kritiek bij de bijeenkomst ‘heel erg meevallen,’ zei hij achteraf. Duitsland ving als hogere boom iets meer wind tijdens de vergadering, maar dat was volgens Rutte allemaal te overzien.

Eind oktober komt Rutte met zijn collega’s weer bijeen in Brussel. De Europese Commissie legt dan opnieuw plannen op tafel voor het verlagen van de energieprijs. Ondertussen blijven de Energieministers plannen smeden. Minister Jetten ‘zit helemaal aan het stuur,’ vertelt Rutte in Praag. Hij werkt met Frankrijk en Duitsland aan de uitwerking van voorstellen van de Europese Commissie om zowel de vraag als de prijs laag te houden. Jetten zal de plannen met zijn collega’s voorleggen aan de andere Europese lidstaten. En, uiteindelijk, ook aan alle 44 landen die donderdag bij de Europese Politieke Gemeenschap aanwezig waren.

Samen gas inkopen

Commissievoorzitter Von der Leyen trok na de bijeenkomst de conclusie: de lidstaten zien gezamenlijke gasinkoop wel zitten. Om te voorkomen dat landen tegen elkaar op blijven bieden, moeten ze de krachten bundelen, aldus Von der Leyen. Het is een prima idee, vindt Rutte. Maar hij is wel waakzaam: gasleveranciers moeten wel naar Europa blijven komen en niet naar China of India stappen.