Een Brussels plan voor de Europese gamesector

De helft van alle Europeanen doet het: videogames spelen. Het Europees Parlement wil nu meer aandacht én meer geld voor games van eigen bodem.

2 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Europarlementariërs willen een gamestrategie. Ze schaarden zich deze week unaniem achter de oproep aan de Europese Commissie en de Europese lidstaten om met een plan te komen voor de sector. De gamewereld zal alleen nog maar groeien, verwachten de volksvertegenwoordigers, en daarin moet Europa niet achterblijven.

De helft van de EU-burgers speelt zo nu en dan een videospel, dus het is een belangrijke sector, zeggen de Europarlementariërs. Er werken zo’n 98.000 Europeanen in de sector, in 2020 werd er 23 miljard euro verdiend. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten ging het dat jaar om ongeveer 30 miljard euro.

De waarde en het belang van de Europese gamesector moet ‘officieel erkend worden’ door de Eurocommissarissen en de lidstaten, is het voorstel vanuit het Europees Parlement. Ook in de Europese cultuursubsidies moet meer aandacht komen voor games. Er zijn nu wel subsidies waar gamemakers aanspraak op kunnen maken, waaronder het Creative Europe Programma, maar daar komt niet genoeg van terecht, vinden de Europarlementariërs.

Een label, een observatorium en een academie

Een Made in Europe-label zou ook niet misstaan Zo is het voor spelers duidelijk welke games van Europese bodem zijn. Met wat nieuwe instellingen kunnen de makers een steuntje in de rug krijgen: een European Video Game Observatory kan als onderzoekscentrum fungeren om de sector bij te staan, en een European Video Game Academy kan PR-campagnes opzetten voor nieuwe spellen. In een nieuw archief kan de recente gamecultuurgeschiedenis worden opgeslagen.

Ook moeten de ‘Europese waarden’ worden uitgedragen in games van eigen bodem. Europeanen van alle leeftijden, genders, en achtergronden kunnen via videogames met elkaar in contact komen, zo stellen de Europarlementariërs zich voor. Europese geschiedenis, identiteit, erfgoed kunnen door de makers worden overgebracht.

De Franse hoofdonderhandelaar Laurence Farreng (Renew Europe) heeft met gamebedrijven uit Zweden, Duitsland, Frankrijk en Griekenland gesproken om de plannen vorm te geven. In november wordt het plan besproken.

De Nederlandse sector ‘wordt volwassen

De Nederlandse gamesector heeft tijdens de coronalockdowns een flinke groeispurt doorgemaakt. Gamebedrijven hebben de afgelopen drie jaar gemiddeld 18 procent omzetgroei per jaar geboekt, het afgelopen jaar is er zo’n 440 miljoen euro verdiend. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van de Dutch Games Monitor. De Nederlandse gamesindustrie is ‘de weg naar volwassenheid ingeslagen,’ zegt onderzoeker Christel van Grinsven.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie