Het congres van de Europese sociaaldemocratische partij PES in Berlijn is een paar uur op gang als de premier van Albanië Edi Rama het podium opklimt. De voormalige basketballer is overduidelijk de grootste in de zaal en het spreekgestoelte waar hij achter staat, oogt alsof het speelgoed is. Naast hem politici uit België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk
Rama ontregelt graag en doet dat ook in Berlijn in de zaal die gevuld is met een honderden sociaaldemocraten uit alle hoeken en gaten van het continent. Hij neemt vanachter het voor hem te kleine spreekgestoelte het Nederlandse kamerlid Kati Piri in de maling.
Zij leidt het debat waar Rama aan deelneemt. Als Piri hem welkom heet met de plichtmatige woorden dat het “een eer is dat hij hier is”, kijkt hij haar met een pesterige blik aan. “Waarom is het een eer om mij hier welkom te heten”, sist hij haar lachend toe. Piri is op het verkeerde been gezet en moet een paar seconden naar woorden zoeken voor ze een diplomatiek antwoord in haar hoofd heeft.
Albanië kreeg geen Europese vaccins
Als Rama daarna het woord neemt, is meteen duidelijk dat hij niet alleen voor de gezelligheid naar Berlijn is gekomen. De Europese Unie – en de lidstaten waar zijn partijgenoten regeren – laten Albanië in de steek op een moment dat het in Europa om leven en dood gaat, is zijn boodschap.
“Wij werden vergeten toen tijdens de coronapandemie de Europese Unie de vaccinatiecampagne uitrolde. Wij moesten onze vaccins halen op plekken die niets te maken hebben met de idealen van Europa: China, Rusland en Turkije. Zonder de Turkse president Erdogan hadden wij niet kunnen vaccineren. Het was een beangstigend moment: op een moment van leven en dood was de EU er niet voor ons.”
Albanië is een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. Net als de andere landen op de Westelijke Balkan wordt het staatje omringd door EU-landen, maar doet het niet mee met de reguliere Europese programma’s. Omdat Brussel al jaren worstelt om Albanië, maar ook Servië, Montenegro, Bosnië en Noord-Macedonië duidelijkheid te geven over hun status, wordt het enthousiasme op de Balkan voor de EU minder. De invloed van China en Rusland neemt toe.
In de steek
Rama doet een dringende beroep op zijn partijgenoten die binnen de grenzen van de Unie aan de knoppen zitten. “Wij zijn loyaal”, roept hij de ruimte in. Maar, neem ons niet als vanzelfsprekend: “Er is meer Europese solidariteit in woorden dan in daden”. Hij hekelt dat veel Albanese verpleegkundigen in Duitsland gaan werken. Albanië heeft hun opleidingen betaald, maar de West-Europese arbeidsmarkt slokt zijn jongeren op, zegt hij.
Zijn woorden komen binnen bij de sociaaldemocraten in de zaal. Er klinkt weliswaar applaus, toch zijn de woorden ook gericht aan de bewindslieden in de zaal die Rama verwijt zijn land in de steek te laten.
Kati Piri doet als discussieleider een poging de woordenstroom van Rama te onderbreken. Ze zegt dat het haar opvalt dat hij nu veel harder oordeelt over het functioneren van de EU dan in het opiniestuk dat hij samen met de Nederlandse premier Mark Rutte schreef over de toekomst van de Europese samenwerking. Rama antwoordt koeltjes: “Die tekst was een compromis”.
De vrienden Rama en Rutte
Rama en Rutte delen een opmerkelijke vriendschap die in het opiniestuk in POLITICO voor iedereen zichtbaar is geworden. Bij één van de koffiecorners in de wandelgangen van het congres zegt hij na zijn toespraak over zijn goede vriend Rutte: “Ik zie hem in de negen jaar dat ik deze baan heb als een groot politicus en een ongelofelijk begaafd communicator.”
Hij noemt de man die op het Binnenhof veel kritiek krijgt vanwege het veelvuldige geheugenverlies een “zeldzaam eerlijk en direct mens”. Toen ze elkaar voor het eerst leerden kennen, was de relatie moeilijk. En nog gaat het er in hun discussies volgens Rama stevig aan toe.
“Respect betekent niet dat gesprekken altijd met honing overgoten moeten zijn, maar soms juist met bittere woorden gepaard gaan. Ik hoop dat onze relatie ook blijft bestaan als we geen premiers meer zijn. Ik wens het me, maar ik weet het natuurlijk niet”, zegt Rama.
“Ik zou je moeten doden“
Over één van de eerste ontmoetingen van Rama en Rutte gaat een mooi verhaal in Brussel. Rutte was een van de regeringsleiders die geen blad voor de mond nam en zich openlijk beklaagde over de corruptie in Albanië. Dat probleem was één van de redenen waarom het maar niet opschoot met de toenadering tussen Albanië en de Europese Unie.
Tijdens een EU-Balkan-top in Bulgarije sliepen Rama en Rutte toevallig in hetzelfde hotel. Terwijl Rutte op de lift wachtte, kwam Rama de foyer binnen. Hij zag Rutte staan en beende erop af. Rama, bijna een kop groter dan de ook vrij lange Rutte, riep hem toe: “So, Rutte, you think I am a criminal?”
De anekdote staat beschreven in het boek Het Brusselse Moeras en Rama kan zich in Berlijn het incident uit Sofia nog herinneren. Hij vertelt wat hij nog meer zei tegen Rutte: “Ik maakte die grap en voegde eraan toe: ‘Als je dat staande houdt, dan dwing je mij om te bewijzen dat ik een crimineel ben en zal ik je moeten doden’. Iedereen lachte, maar hij niet”.
Inmiddels kan Rutte best lachen om de grappen van Rama. Dat ze elkaar gevonden hebben, is opmerkelijk. De liberaal uit Noordwest-Europa en de sociaaldemocraat van de Balkan. Wat hen bindt is volgens Rama politieke nuchterheid. Dat merkte hij toen ze samen dat opiniestuk schreven.
“Mark stelde het voor, ik zou het niet gedurfd hebben. We lachten veel samen over het Franse plan om een Europese Politieke Gemeenschap op te richten. We spraken af: wij moeten dat Franse visioen van president Emmanuel Macron met beide voeten op de grond krijgen. Wij twee zijn in ieder geval types die graag met beide benen op de grond staan”, zegt Rama.
Wie is de mol?
Hij vindt dat het imago van Albanië als roversnest met de jaren beter geworden is. Zeker in Nederland: “Dankzij de bezoeken van Mark, maar ook dankzij de finale die Feyenoord in Tirana tegen Roma speelde. Veel Nederlanders zijn toen gekomen en hebben een totaal ander Albanië ontdekt dan ze zich hadden voorgesteld. En ook dankzij de tv-serie Wie is de mol? die een seizoen in Albanië heeft opgenomen, staan we er nu goed op”.
Het EU-lidmaatschap is ondanks de vriendschap met Rutte en Wie is de mol? ondertussen nog geen stap dichterbij gekomen. Weliswaar is Albanië een kandidaat-lidstaat, maar niemand weet wanneer de toetredingsonderhandelingen daadwerkelijk kunnen beginnen. Rama denkt dat het in zijn politieke leven niet gaat gebeuren: “Als er eindelijk over gesproken zal worden, dan schrijven Mark en ik allang onze memoires.”