De olieboycot die geen boycot is

De Europese Unie wil een olieboycot tegen Rusland. Maar wanneer dat in moet gaan, daarover zijn de regeringsleiders het nog lang niet eens.

3 min. leestijd

“De afgelopen weken hebben laten zien dat het ingewikkeld is om nieuwe stappen te zetten”. Het zijn de openingswoorden van premier Mark Rutte bij zijn persconferentie na afloop van de ingelaste EU-top over Oekraïne en verdere sancties tegen Rusland. 

Het is een understatement. Want al doen de Europese regeringsleiders hun best om de indruk te wekken dat de Russische president Poetin de duimschroeven verder worden aangedraaid, het daadwerkelijk afkondigen van een olieboycot tegen Rusland is nog steeds toekomstmuziek. Daar heeft de tweedaagse vergadering in Brussel niets aan veranderd. 

Het is een politiek akkoord

Toch zegt Rutte na afloop tegen de pers: “Er ligt nu een zesde sanctiepakket waarmee de druk op Rusland verder wordt opgevoerd”. Maar even later nuanceert de premier zijn eigen stelligheid: “Dit is het politieke akkoord. Dit gaat verder worden uitgewerkt”.

Die laatste zin klopt. Want feitelijk zijn de regeringsleiders gisteren en vandaag niet verder gekomen dan het uitspreken van de politieke ambitie dat er zo snel mogelijk een olie-embargo moet komen. “De Europese Raad is het eens geworden dat het zesde sanctiepakket tegen Rusland ruwe olie en petroleumproducten [..] betreft”, staat in de officiële conclusies van de Europese Raad. Maar wanneer die boycot in gaat, staat er niet.

Rutte en zijn collega’s hebben hun vakministers de opdracht gegeven om uit te werken hoe een olieboycot uitgevoerd kan worden en zullen er op een later moment op terug komen.

Hongaarse uitzondering

Wel doet de Europese Raad een belangrijke toezegging aan de Hongaarse premier Viktor Orbán. Zijn land hoeft zich voorlopig niets aan te trekken van het embargo dat in de maak is. Omdat de raffinaderijen in Hongarije alleen de karakteristieke Oeralolie kunnen verwerken, mag Orbán uit Rusland blijven importeren. Rutte heeft begrip voor de situatie.

Dat het zo ver is gekomen dat er nu een boycot op tafel ligt waar een aantal landen zich niet aan hoeft te houden, wijt Rutte aan slecht procesmanagement: “Ik denk dat de les die je moet trekken uit dit pakket is dat je voor je praat over allerlei maatregelen, je goed moet kijken wat de technische implicaties zijn”. 

Wie die ‘je’ is die Rutte noemt, zegt hij niet. Maar het voorstel voor de olieboycot komt uit de koker van de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen. 

Nieuwe conflictstof: interpretatieverschillen

De uitzondering die Hongarije en een aantal andere Oost-Europese landen wordt gegund is tijdelijk. Maar hoe lang die uitzonderingssituatie mag voortduren, is niet vastgelegd in de tekst. En daarmee is er ruimte voor elke regeringsleider om de tekst uit te leggen op een manier die hem of haar past.

Zo zegt Rutte dat de landen waar het om gaat langer de tijd krijgen om de import uit Rusland ‘af te bouwen’. Maar onder de kop ‘Overwinningsverslag uit Brussel’ schrijft Orbán zelf op zijn facebook-pagina over de deal die is gesloten: “We zijn het eens geworden dat landen die olie via pijpleidingen importeren kunnen doorgaan hun economie te laten draaien onder de bestaande voorwaarden”. 

Terwijl de regeringsleiders terugvliegen naar hun hoofdsteden, lijkt daarmee het conflict voor de volgende Europese Raad geschapen. Die top vindt plaats over drieëneenhalve week. Veel tijd is er dus niet voor Von der Leyen om de diplomatieke plooien glad te strijken. 

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie