De energiecrisis legde de structurele mankementen van de Europese energiemarkt pijnlijk bloot. Daarom wil Brussel deze grondig hervormen. Het doel: stabielere en voorspelbaardere prijzen voor consumenten en bedrijven, en meer groene stroom.
Vlotte onderhandelingen in het Parlement
In het Europees Parlement lijken de onderhandelingen over het pakket vlot te gaan. Vorige maand sprak een meerderheid van de bevoegde Europarlementariërs zijn zegen uit.
Volgens hun voorstel mogen energieleveranciers niet meer eenzijdig het contract aanpassen. Ook moet het voor consumenten mogelijk blijven om zowel flexibele als vaste contracten af te sluiten en moeten ze voldoende geïnformeerd worden door energieleveranciers over de opties binnen die contracten.
Wel zwakte het Europees Parlement heel wat controversiële onderdelen van het oorpspronkelijke Commissievoorstel af. Zo schrapte het een voorstel om permanent winsten af te romen van nucleaire en groene energieproducenten. Ook onderdelen die het mogelijk moesten maken om voor langere periodes vaste contracten af te sluiten, werden afgezwakt door het Parlement.
Stugge onderhandelingen onder de lidstaten
De lidstaten hebben meer moeite om een akkoord te bereiken. Zo eindigde een belangrijke vergadering in juni over het onderwerp nog in een patstelling.
Daarbij blijven Frankrijk en Duitsland steggelen over staatssteunregels voor nucleaire energie. Frankrijk is koploper op het vlak van kernenergie, Duitsland heeft zijn nucleaire capaciteit volledig afgebouwd. De Polen liggen dan weer op ramkoers met de rest. Zij willen hun kolencentrales immers langer blijven subsidiëren uit vrees voor stroomtekorten.
Wat ook niet helpt: Spanje, de grootste voorvechter van de hervormingen van de energiemarkten, moet zich de komende maanden terughoudend opstellen. Als voorzitter van de Raad van de EU moet Spanje zich opstellen als een neutrale sluiter van compromissen. Het land mag niet te veel zijn eigen agenda doordrukken.
