Cultuurstrijd in het Europees Parlement over de auto met chauffeur

In het Europees Parlement is een cultuurstrijd uitgebroken. Inzet van het debat: moeten chauffeurs verplicht worden de deur van de dienstauto open te houden als een lid wil instappen.

3 min. leestijd
SEDE committee meeting ‘ The state of play of EU military missions and operations ‘

Chauffeurs van de dienstauto’s van het Europees Parlement die de het portier openhouden zodat een Parlementslid in of uit kan stappen. De Spaanse Europarlementariër Javier Nart noemt dat beeld ‘het meest ranzige en anachronistische gebruik’ dat hij ooit in Brussel is tegengekomen. De 74-jarige oud-journalist wil dat er zo snel mogelijk een einde komt aan het behandelen van politici als ‘excellenties’.

Nart is zo boos over de ‘beschamende situatie’ dat hij een mail heeft gestuurd aan al zijn 704 collega’s en hun medewerkers. De tekst is gericht aan parlementsvoorzitter Roberta Metsola en al een maand geleden verstuurd. 

Zijn tirade heeft een hoop wenkbrauwen doen fronzen in het parlementsgebouw en gezien het aantal ontvangers is het een wonder dat de brief nu pas uitlekt.

Politici als excellentie

“Parlementsleden die prima in staat zijn om zelf een deur open en dicht te doen, blijven wachten op de stoep of in het voertuig tot de chauffeur uitstapt en om de auto heenloopt om het portier te openen, zodat ‘Zijne excellentie, het Parlementslid’ in of uit kan stappen”, hekelt Nart het gedrag van collega-parlementariërs.

Het Europees Parlement beschikt over een wagenpark van 120 auto’s en 3 bussen. De volksvertegenwoordigers mogen de luxe wagens gebruiken voor al hun ritjes in een straal van 20 kilometer rond het gebouw van het parlement en als taxidienst naar treinstations en luchthavens. Op speciaal verzoek kunnen parlementsleden zich er zelfs mee van Brussel naar Straatsburg laten rijden. 

“In de metro houdt niemand de deur open”

De mail van Nart valt niet goed bij veel van zijn collega’s. Zo schrijft een conservatieve Italiaan sarcastisch in een reply-all: “Ik maakte me zogen over de energie-afhankelijkheid en de leveringszekerheid van voedsel. Maar je hebt gelijk: dit moet de prioriteit zijn van ons politieke werk!”

Onder de Nederlandse parlementsleden zijn de reacties wisselend. Jeroen Lenaers (CDA) is het met Nart eens dat het absurd is als de chauffeurs verplicht zijn de deur open te houden, maar ook hij vindt dit nou niet het grootste onrecht van de wereld. Zelf pakt hij zelden een dienstauto: “In de metro doet niemand voor mij de deur open en spreekt niemand me aan met excellentie”.

“Voor iemand uit het land van een fietsende regeringsleider vind ik dat soort dingen sowieso grote onzin”, meldt Sophie in ’t Veld (D66), “Maar goed, in andere landen kijken ze daar anders tegenaan. Maar eerlijk gezegd zijn er grotere sociale vragen in het EP, zoals de precaire situatie van schoonmakers en cateringpersoneel”.

Ook Agnes Jongerius (PvdA) zet zich al jaren in voor een betere behandeling van het personeel, maar zegt de brief van Nart niet te hebben ondertekend: “Ik heb nog nooit meegemaakt dat ik als excellentie word aangesproken. En trouwens: je kan ook gewoon zelf instappen. Dus ik dacht: waar gaat dit eigenlijk over?”

Dat is Caroline Nagtegaal van de VVD met haar eens: “Laten we ons bezighouden met de echte uitdagingen waar Europa voor staat in deze periode. Dit voorstel is in mijn ogen echt een non-discussie vergeleken hiermee en draagt niets bij”.

Metsola zet het op de agenda

Het voorstel dat chauffeurs de deur niet meer mogen openhouden voor parlementsleden staat over twee weken op de agenda van voorzitter Metsola. Ze wil het bespreken in het dagelijks bestuur van het parlement. Er komen cultuurverschillen bovendrijven over hoe een politicus door medewerkers moet worden behandeld en of het gerechtvaardigd is dat volksvertegenwoordigers zichzelf als koningen zien.

Vooral wil Metsola met de chauffeurs praten om te weten of die ook vinden dat het openhouden van een deur een ranzige en ouderwetse traditie is.