Column Post uit Brussel: Uniforme knopen en ritsen

Een sterkere Europese defensie betekent samenwerking tussen 27 lidstaten, die allemaal hun eigen krijgsmacht hebben. Er is veel dubbel werk – maar de Minister van Defensie is trots: in een brief schrijft ze deze week dat Nederlandse bedrijven en kennisinstituten een flinke bijdrage leveren aan projecten uit het ‘Europese Defensiefonds’. Critici zien een lobby van het bedrijfsleven, wetenschappers zijn bezorgd: hoe hangen al die projecten samen?

4 min. leestijd

Een Kamerbrief met de titel ‘en enkele overige zaken’ wekte de belangstelling van uw columnist. Post uit Brussel? Nee, uit Praag, waar de Minister van Defensie vergaderde met haar 26 collega’s van de andere EU landen in de Raad van Buitenlandse Zaken en Defensieministers (RBZ). Dat samenwerken van 27 defensieministeries zónder grote landen als het Verenigd Koninkrijk en de VS (dus niet in ‘NAVO’ maar in ‘EU’-verband) komt van ver. Decennialang ging het politiek over het voorkomen van een ‘Europees leger’; een angstbeeld van veel politici. In de praktijk werkten militairen en beleidsplanners aan het bewerkstelligen van ‘synergie’ tussen nationale krijgsmachtonderdelen. 1 + 1 = 3. Dat werk kreeg vanaf 24 februari (de Russische inval in Oekraïne) een impuls. De Europese Defensieministers ministers spraken over concrete plannen: een trainingsoperatie voor Oekraïense militairen en gezamenlijk inkopen.

In de Kamerbrief met het verslag van de RBZ gaf Minister Ollongren ook een impressie van de indrukwekkende Nederlandse bijdrage aan het ‘Europese defensiefonds’ van acht miljard. Van de 61 goedgekeurde voorstellen, in categorieën zoals Air Combat, Naval Combat, Cyber, zijn er 26 met  Nederlandse betrokkenheid. Zo werken 29 Nederlandse bedrijven/kennisinstellingen mee aan meer maritieme veiligheid, energiebesparing en cybersamenwerking.[1] Nederland staat hiermee op de 6e plaats van de 27 landen meldt het kabinet trots.

Chocoladefabriek

Het kan verkeren: Twee jaar geleden, in de deal tussen de regeringsleiders over de Meerjarenbegroting van de EU, waar de regering van Nederland aan de remmende kant hing, werd het Europese Defensiefonds bijna de helft kleiner dan voorgesteld. De invulling van de pot van vijftien miljard die de Europese Commissie voorzag werd aangejaagd door een groep topmannen van grote defensiebedrijven; zoals Airbus en TNO. Onderzoeksjournalistiek platform Follow the Money keek met argusogen naar de nauwe samenwerking tussen defensie, de industrie en de politiek. 

Defensie-industrie werkt echter anders dan een chocoladefabriek. Het gaat om enorme bedragen en vaak moet de technologie nog worden uitgevonden. Dat maakt overheidssteun onmisbaar, voor er enorme investeringen worden gedaan. Daarom wordt via de EU begroting wel internationale samenwerking tussen de lidstaten aangejaagd. Je moet met tenminste drie landen projecten indienen – om het ‘eigen defensie eerst’ te verminderen en te voorkomen dat het geld alleen maar naar de landen gaat met een grote defensie-industrie. Die landen moeten de samenwerking zoeken, bijvoorbeeld met de toeleveringsindustrie en het MKB in Nederland.

Gefileerd

Nu is er oorlog vlakbij Europa die ons zelf direct raakt, en is kritiek op het ‘defensieindustrieelcomplex’ niet meer zo in zwang.  Volgens Europarlementarier Groothuis moeten we zelfs overschakelen op een oorlogseconomie om militaire productie te stimuleren. 

Wat ook nodig is, is een strategische agenda: een langetermijn-visie, -missie én actieplan, een kalender, een vergelijking met andere landen en suggesties aan de volksvertegenwoordiging op welke terreinen nu eigenlijk door Nederland waarin wordt geïnvesteerd. Wie daarvoor hoopvol de nieuwste Defensienota openslaat, komt bedrogen uit. Het Europese defensiefonds wordt in het stuk een paar keer genoemd, maar de geselecteerde projecten zijn niet maatgevend voor de keuzes in het nationale Defensiebeleid. De nota werd dan ook gefileerd vanuit de wetenschap.

De Kamerleden herhaalden die kritiek in het debat over de Defensienota van afgelopen week. ‘We moeten zelf de lijntjes aan elkaar knopen voor een overzicht’ sprak een gefrustreerd Kamerlid. Dat de berichtgeving aan de Kamer versnipperd is en het Europese defensiefonds wordt weggeschreven onder een kopje ‘en overige zaken’, helpt ook niet mee. Rits dus vooral ook de Kamerbrief over de Raad Buitenlandse Zaken en Defensie aan de Defensienota vast.


[1] Voor een compleet overzicht van de projecten incl. diegene met Nederlandse betrokkenheid zie: https://defence-industry-space.ec.europa.eu/funding-and-grants/calls-proposals/european-defence-fund-2021-calls-proposals-results_en

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie