Column Post uit Brussel: Toekomstmuziek

Komende dinsdag spreken de Europawoordvoerders van de Tweede Kamer met minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra (CDA) over de Nederlandse inzet bij de Europese Raad Algemene Zaken in Brussel. Is Nederland wel goed voorbereid op de toekomst?

4 min. leestijd

Een uitdagend agendapunt op die Europese vergadering is een recente publicatie van de Europese Commissie: “Strategisch prognoseverslag 2022: de groene en digitale transitie in de nieuwe geopolitieke context”. Het kabinet las het stuk tevreden door, zo schrijft het in de Raadsagenda. Toch is er binnen en tussen de ministeries niet lang over het stuk gesproken; noch is er een aparte brief aan de Kamer (‘fiche’) aan gewijd.

En dat is jammer, want de strategische prognoses die de Commissie uitbrengt zijn geen wolkerige kristallen bol. Er hangt een stevig inhoudelijk debat onder, tussen internationale  experts en wetenschappers die samen werken aan scenario’s – in november is er weer een conferentie. De Europese Commissie bundelt die scenario’s in overleg met ‘ministers voor de toekomst’. Voor Nederland staat Stef Blok nog in het lijstje.

Korte klap

Dat gebrek aan update is tekenend. Stef Blok trad negen maanden geleden af als minister en werd deze zomer benoemd als lid van de Europese Rekenkamer. Nederland kent geen toekomst-discussie; scenario- of strategie-cultuur. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid schreef deze week bezorgd dat de coronacrisis weer heeft bewezen dat in Den Haag de korte klap regeert. Beleidsmakers werken ad hoc binnen hun silo ben rennen van crisis naar crisis. Kamerleden zijn ondertussen druk met parlementaire onderzoeken en enquêtes die niet vooruit, maar terugkijken.

Bij een strategie gaat het om inhoudelijke visie, missie en ambities. De Kamerbrief over de Staat van de Unie geeft daarvoor de aftrap, in de vorm van een kapstok met álle lopende Europese dossiers. Daarover gaat het plenaire debat met de minister-president op 26 september, waaraan ook Europarlementariërs meedoen. Die dag zullen vele thema’s de revue passeren. Maar een strategie op de toekomst is twee dingen meer. Ten eerste: wat gaan we als Nederland niet meer doen in de Europese Unie? Welke dossiers laten we aan andere landen, naar welk overleg sturen we geen ambtenaren?

De tweede stap is samen te wegen wie wanneer wat gaat doen om die doelen te bewerkstelligen op een kalender zetten. Bijvoorbeeld op de lange termijn, tot aan het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2029, op een rijtje zetten wat de prioriteiten zijn. Of, op middellange termijn: agenderend richting de nieuwe Europese Commissie die in 2024 aantreedt.

Commissie voor de toekomst

Zo’n strategische aanpak, met ijkpunten en een actieplan, ontbreekt op meer terreinen. Deze week nog fileerden enkele hoogleraren de Defensienota. Ze vonden geen begin van indicatoren, constateerden geen leercurve of kansen voor evaluatie – laat staan dat de samenhang tussen veiligheidsterreinen wordt geborgd. Ook in een adviesrapport aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd dit voorjaar gewaarschuwd voor het gebrek aan keuzes in prioriteit en capaciteit in het Europabeleid.

Een voor de hand liggende verklaring is dat de polder geen belangenhiërarchie kent. De dertien departementen zijn formeel ‘autonoom’ en bepalen zelf inzet en capaciteit. Elk belang zorgt voor eigen vertegenwoordiging – niemand besluit, bijvoorbeeld, dat nieuwe Europese wetgeving over kunstmatige intelligentie meer mensen vergt, waardoor het in overleggen over arbeidsomstandigheden helaas een onsje minder moet. Of, in de woorden van de Commissie-prognose: dat ‘groene dossiers’ meer menskracht zou vergen dan ‘digitaal’ beleid, of meer inzet dan op de Europese ‘strategische autonomie’.

Die verklaring is geen excuus, voor een rijk kennisland vol experts, wetenschappers en denktanks. Dat het anders kan, leert ons Finland – dat land heeft een foresight officer onder de minister president. Het nationale parlement, de Eduskunta, richtte bijna dertig jaar geleden al een commissie voor de toekomst op. Ook op Europees initiatief is de afgelopen jaren gepraat over de ‘Conferentie voor de toekomst’. Na de eerste, wat lacherige, reactie in Den Haag gingen de Kamerbrieven over deze meerjarige discussieserie over processen, afspraken en verdragen. Niemand joeg het strategische debat aan over de kantelende wereldorde, voedselcrises, de klimaattransitie of energieschaarste. Welke Kamerfractie, academie of denktank pakt die handschoen op?

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie