Column Cijfers en feiten | Investeren in natuur gaat niet ten koste van voedselvoorziening, integendeel

Elke week schrijft oud-hoofdeconoom van de Sociaal Economische Raad (SER) Marko Bos voor Brusselse Nieuwe een column over financiële zaken.

2 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Het afgelopen jaar heeft Nederland de natuurherstelwet flink weten af te zwakken. De verplichting om een bepaald resultaat te behalen, zijn nu verplichten om zich in te spannen. Maar door de nieuwe politieke verhoudingen zal ons land volgende maand tegenstemmen (in de Raad). Of daardoor de natuurherstelwet wordt geblokkeerd, is nog de vraag.

Baten zijn veel groter

Die tegenstem wordt ingegeven door de hoge kosten die voor Nederland aan uitvoering van de natuurherstelwet zijn verbonden. Deze worden geraamd op maar liefst 76 miljard euro in de periode tot 2050 (zie de grafiek, ontleend aan de impactanalyse van Berenschot en Arcadis voor het ministerie van LNV). De hoge kosten weerspiegelen vooral het achterstallig onderhoud van de natuur in ons land.

Tegenover die kosten staan ook (maatschappelijke) baten en die vallen veel hoger uit. Vooral in klimaatbeleid (minder schade, minder dure alternatieve maatregelen nodig) en, nota bene, in grotere voedselzekerheid. De impactanalyse waarschuwt ook – en het kabinet neemt die waarschuwing over – dat niets doen uiteindelijk vele malen duurder is, dan wel tijdig actie ondernemen.

Investeren in natuur en klimaatbeleid gaat dus niet ten koste van onze voedselvoorziening. Integendeel. En ook niet van economie en financiën. In de gloednieuwe mededeling Managing Climate Risks haalt de Europese Commissie de schatting aan dat meer dan de helft van het bbp van de wereld in enige mate, tot sterk, afhankelijk is van natuur en biodiversiteit.

Verspelen van welvaart

Maar goed, Nederland wil nu dus ruim 50 miljard euro aan toekomstige maatschappelijke welvaart verspelen. Dan zal een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten voor een meer rationele afweging van kosten en baten moeten gaan zorgen. Die andere lidstaten kunnen zich laten leiden door de eerste Europese klimaatrisico-analyse die het Europese milieu-agentschap (het EEA) afgelopen week heeft uitgebracht. In Europa gaat de opwarming dubbel zo snel als in de rest van de wereld. 

Het EEA wijst op maar liefst 36 grote klimaatrisico’s voor Europa. Veel van de (al dan niet urgente) risico’s die om extra actie vragen (paars en rood gemarkeerd in de grafiek) betreffen ecosystemen (natuur en biodiversiteit) en gezondheid. Maar ook in de landbouw doet zich een urgent klimaatrisico voor: voor de productie van gewassen, vooral in Zuid-Europa, met name door watertekorten en aangetaste ecosystemen. Hoog tijd dus voor landbouw en natuur om de handen ineen te slaan, in Europa en in Nederland.