Column Cijfers en feiten | In Nederland is de belangstelling voor Europese verkiezingen groot

Elke week schrijft oud-hoofdeconoom van de Sociaal Economische Raad (SER) Marko Bos voor Brusselse Nieuwe een column over financiële zaken.

2 min. leestijd
Bron foto: iStock

Over krap elf weken is het zover: dan mogen we weer naar de stembus, voor de verkiezing van het Europees Parlement. Als je recente Eurobarometerpeilingen (van afgelopen herfst) mag geloven, dan hebben we er zin in. Bijna 70 procent van de ondervraagde Nederlanders toont een behoorlijke mate van belangstelling voor de Europese verkiezingen. Daarmee gaan wij in de EU fier aan kop (zie de grafiek ontleend aan een recente Eurobarometer voor het Europees Parlement).

Bron: europa.eu

82 procent

Volgens dezelfde peiling zou maar liefst 82 procent van de ondervraagden in Nederland waarschijnlijk gaan stemmen. Dat is ver boven het gemiddelde in de EU (68 procent), en ook meer dan bij de peiling in 2018 (77 procent).

Dat is op zich goed nieuws. Maar het zou wat voorbarig zijn daar nu al de (Europese) vlag voor uit te steken. In 2019 bleek uiteindelijk maar ruim de helft van de ‘waarschijnlijke’ stemmers in ons land ook daadwerkelijk naar de stembus te zijn gegaan: de opkomst bleef toen steken op 41 procent. Daarmee werd wel een opgaande lijn bestendigd, na het dieptepunt van 30 procent in 1999.

Onwetendheid

Ook om een andere reden zet ik een vraagteken bij dat hoge percentage ‘waarschijnlijke stemmers’. Uit een andere Eurobarometer-peiling, ook afgelopen najaar, komt naar voren dat maar liefst de helft van de ondervraagde Nederlanders niet weet dat de leden van het Europees Parlement direct verkozen worden door de burgers van elke lidstaat.

Dat is eigenlijk onbegrijpelijk voor een lidstaat waar de Europese verkiezingen nu al voor de tiende maal worden georganiseerd. Het is bovendien veruit de slechtste score binnen de EU: gemiddeld weten twee op de drie Europeanen het juiste antwoord.

Buiten bereik

Mogelijk beschouwt een deel van het electoraat de Europese verkiezingen als een extra volksraadpleging, met een vraagstelling die elke kiezer zelf, naar eigen inzicht, mag invullen (‘voor de boeren of voor de natuur’, bijvoorbeeld). Dat zou nu opkomst bevorderend kunnen werken. Zeker wanneer de formatie van een nieuwe regering op 6 juni in een beslissende fase is aanbeland.

En wie weet kan ‘Europapa’ het enthousiasme nog verder aanwakkeren. Maar de 58 procent opkomst van 1979 (de eerste verkiezing) zal wel buiten bereik blijven.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie