De wereld koerst nu richting drie graden opwarming tegen het einde van deze eeuw. Dat stelt het Europese Milieu Agentschap (EEA) vast in zijn vijfjaarlijkse rapport over de stand van het milieu en klimaat. Het EEA tekent daarbij aan dat de opwarming zich in Europa het sterkst manifesteert, met belangrijke gevolgen voor veiligheid, volksgezondheid, ecosystemen, infrastructuur en economie.
Naast klimaatverandering komen diverse milieuvraagstukken in het rapport uitvoerig aan bod, van biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen tot vervuiling. Wist u dat alleen al luchtvervuiling de EU jaarlijks zo’n 600 miljard euro – vier procent van het gezamenlijke bruto binnenlands product– kost, aan kosten voor de volksgezondheid en andere schade? Met het terugdringen van die vervuiling valt dus nog heel wat maatschappelijke welvaart te winnen.
Het lastige is dat veel laaghangende fruit in het milieubeleid al geplukt is. Verdere voortgang naar een schoner milieu wordt nu lastiger. Die vraagt vooral om ‘transformatieve veranderingen’, zoals aanpassingen van productie- en consumptiepatronen en het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen. Daarvoor zijn beleid en investeringen voor de lange termijn nodig, maar die stuiten vaak op gevestigde belangen en kortademige politieke keuzes.
De voortgang van het klimaatbeleid

Bron: EEA.
Het rapport van de EEA brengt langjarige ontwikkelingen op de diverse milieu-domeinen schematisch in beeld. Zoals in bovenstaande tabel met beoordelingen van het Europese klimaatbeleid. Daarin worden de vorderingen van afzonderlijke elementen van het klimaatbeleid beoordeeld volgens een stoplichtmodel. Deels ook in relatie tot de doelen die de EU heeft vastgelegd. Waar die doelen ontbreken, zijn de vlakjes (in de rechterhelft van het schema) grijs ingevuld.
Blijkens de groene vlakjes in de meest linkse kolom vindt de EEA dat de reductie van de uitstoot van broeikasgassen tot 2030 goed op koers ligt. Voor de langere termijn neemt de onzekerheid flink toe. Daarbij helpt het niet dat de EU nog geen overeenstemming over een reductiedoel voor 2040 heeft weten te bereiken. Ook in de internationale klimaatdiplomatie is dat een zwaktebod.