Kan je populisme ook economisch benaderen? Zijn er cijfers? En wat zeggen die? Kortom, zijn de schrikbeelden die her en der worden opgeroepen overdreven of juist niet? En is links populisme beter dan rechts populisme?
Populisme in Europa
Populisme – de stijl van politiek bedrijven die de tweestrijd tussen een oprechte volkswil en een gecorrumpeerde elite centraal stelt – heeft de afgelopen decennia flink aan kracht gewonnen. Ook in Europa: denk aan Hongarije, Polen en het Verenigd Koninkrijk. Naar aanleiding van de verkiezingsuitslag in Nederland vragen velen zich af of deze een voorbode is voor de verkiezingen van het Europees Parlement in juni 2024.
De ervaring leert dat populistische leiders een bedreiging vormen voor democratische instellingen zoals vrije en eerlijke verkiezingen, onafhankelijke rechtspraak en de persvrijheid. Maar leidt populisme dan ten minste tot grotere welvaart voor het volk? Een klassiek voorbeeld is Argentinië. Het land behoorde een eeuw geleden tot de rijkste landen ter wereld en is sindsdien onder een opeenvolging van populistische regeringen ver afgegleden. Maar is dit voorbeeld maatgevend?
Onderzoek economische effecten
Een drietal Duitse economen heeft de economische effecten van populistisch leiderschap diepgaand onderzocht. Ze hebben daarvoor 60 landen in de periode 1900-2020 onder de loep genomen. In 28 van die 60 landen bleek er ten minste eenmalig sprake te zijn geweest van populistisch leiderschap. In totaal hebben zij 51 uitgesproken populistische presidenten en premiers geïdentificeerd.
De grafiek laat de verdeling door de tijd heen zien. Het aandeel populistische machthebbers is in de loop der tijden flink toegenomen, en schommelt momenteel rond een kwart van de onderzochte landen. Vroeger hadden linkse populisten – gericht op herverdeling en sociale hervormingen – de overhand. Tegenwoordig voeren rechtse populisten – die vooral cultureel en/of religieus georiënteerd zijn – de boventoon.
Klein verschil
De onderzoekers concluderen dat het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking na 15 jaar populisme ongeveer 10 procent lager ligt dan anders het geval zou zijn geweest, terwijl de inkomensverdeling niet gelijkmatiger is geworden. Rechtse populisten scoren gemiddeld genomen wat beter dan linkse populisten, maar het verschil is klein.
De economische schade is te wijten aan verlies aan macro-economische stabiliteit (oplopende begrotingstekorten en inflatie), aan ondermijning van instituties die vastigheid bieden in het sociaaleconomisch verkeer, en aan economische desintegratie.
PVV in Nederland
In Nederland zou de uitvoering van het programma van de PVV tot een fors oplopend overheidstekort en een flink verlies aan welvaart leiden. Drie Groningse economen becijferen dat een Nexit minstens 45 procent export en minstens 2,4 procent welvaart zou kosten.
Minstens, want dan is nog geen rekening gehouden met verstorende effecten op arbeidsmigratie, buitenlandse directe investeringen en internationale handelsketens. Kijk maar naar Brexit: die heeft het VK al een welvaartsverlies van zo’n 5 procent opgeleverd. Tot zover de cijfers.